Geheugen
Met uitgebreide woordverklaring onderaan
Door: Ytsje Folkertsma
Een belangrijke hogere functie van de hersenen is het op kunnen slaan en het onthouden van gegevens, ook wel het geheugen genoemd.
In de neuropsychologie wordt gesproken over verschillende soorten geheugen, waarbij verschillende hersengebieden betrokken zijn. Bij schade aan deze gebieden in de hersenen kunnen geheugenproblemen ontstaan.
Twee geheugentypen
Er zijn twee grote typen geheugen te onderscheiden:
1. Het lange termijn geheugen
2. Het korte termijn geheugen
1. Het Lange Termijn Geheugen
Met het lange termijn geheugen wordt ook wel de informatie bedoeld die voor langere tijd is opgeslagen. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat je onthoudt waar je woont. Het lange termijn geheugen wordt onderverdeeld in drie onderdelen:
- A. Het expliciete (bewuste) geheugen
Dit is het geheugen dat gaat over bewust toegankelijke feitenkennis. Voorbeelden zijn het weten van jouw levensverhaal, je autobiografie (episodisch geheugen genoemd) of weten dat Nederland in Europa ligt (semantisch geheugen).
- B. Het impliciete (onbewuste) geheugen
Dit gedeelte van het lange termijn geheugen is niet bewust toegankelijk en bestaat uit vaardigheden, gewoonten, en aangeleerde reacties (geconditioneerde responsen), die tot uiting kunnen komen door het ontvangen van sensorische informatie via horen, ruiken, zien, proeven en voelen. Een voorbeeld is het kunnen fietsen of gebruik maken van taal.
- C. Het emotionele geheugen
Dit gedeelte van het lange termijn geheugen is zowel bewust als onbewust toegankelijk. Een voorbeeld is dat het weerzien van een bepaalde plek een goed gevoel bij je oproept omdat je daar je eerste kus kreeg.
- Het Korte Termijn Geheugen en het Werkgeheugen
In het korte termijn geheugen wordt informatie dat we via onze zintuigen binnen krijgen (visueel, auditief, tastzin, smaak en geur) voor korte duur opgeslagen. Een voorbeeld waarbij een beroep wordt gedaan op het korte termijn geheugen is het onthouden van een telefoonnummer dat iemand je zojuist verteld heeft.
De hoeveelheid informatie dat je in je korte termijn geheugen kunt onthouden is beperkt.
Ook is het korte termijn geheugen onderhevig aan verval over tijd. Naarmate de tijd vordert, zul je eerder informatie vergeten. Vanuit het korte termijn geheugen kan de informatie door worden gelaten naar het lange termijn geheugen, waar het voor langere tijd wordt opgeslagen.
Het werkgeheugen is een onderdeel van het korte termijn geheugen. Het werkgeheugen gaat meer over de actieve verwerking van de informatie in het korte termijn geheugen. Hierbij spelen processen zoals aandacht ook een rol.
Het werkgeheugen brengt ook informatie vanuit het lange termijn geheugen naar het bewustzijn. Het verschil tussen korte termijn geheugen en het werkgeheugen is niet altijd even duidelijk. Soms is het ook afhankelijk van de cognitieve test, of men spreekt over korte termijn geheugen of over werkgeheugen.
De hersenschors in het voorhoofd; de prefrontale cortex is van vitaal belang voor het werkgeheugen.
De hersencellen van de prefrontale schors (cortex) helpen informatie gedurende korte periodes op te slaan. Net als bij een computer kan in dit deel van het brein (in deze hersencellen) informatie geschreven worden en worden gewist, wanneer die informatie niet langer nodig is en weer worden herschreven met iets nieuws. Maar uit studies blijkt dat als hier onverwachte stress bij komt, dan is de informatie totaal gewist. Het werkgeheugen kan niet functioneren bij stress en bij afleidende factoren.
Geheugenverlies
Een stoornis die vaak voorkomt na hersenletsel is geheugenverlies, ook wel amnesie genoemd; een lacune of gat in het geheugen in meer of mindere mate. De duur van het geheugenverlies of de mate van aanmaken van nieuwe herinneringen, is afhankelijk is van de ernst van het letsel (of hersenziekte) en de plaats van het letsel.
Anterograde amnesie is het type geheugenverlies waarbij geen nieuwe herinneringen meer aan kunnen worden gemaakt vanaf het moment van hersenletsel, terwijl de persoon nog wel herinneringen van vóór het hersenletsel op kan halen.
Retrograde amnesie is het type geheugenverlies waarbij juist geen oude herinneringen meer op kunnen worden gehaald over een periode, maar vanaf het punt van het hersenletsel wel nieuwe herinneringen kunnen worden aangemaakt.
Betrokken hersengebieden per geheugen
Het brein is een complex netwerk waarin bij elke functie veel verschillende hersengebieden betrokken zijn. Op basis van onderzoek bij mensen met hersenletsel is duidelijk geworden dat een aantal hersengebieden een belangrijke rol lijken te hebben bij verschillende typen geheugen.
1. Hersengebieden betrokken bij het Lange Termijn Geheugen
A. Expliciet Geheugen
Het expliciet geheugen is geassocieerd met hersenstructuren van de temporale of slaapkwab (Afb. 1A1), inclusief de hippocampus , perirhinale cortex (Afb. 1A2) en verbindingen met de onderste delen (ventrale) van de frontale hersenschors (cortex) (Afb.1A3).
Afb.1A3 Onderste delen van frontale hersenschors
Het episodische (autobiografische) geheugen is voornamelijk afhankelijk van de hippocampus en onderste delen van de frontale hersenkwab schors (ventrale frontale cortex). Wanneer er schade aan deze gebieden is, ontstaat verlies van alle retrograde autobiografische herinneringen en vaak ook anterograde amnesie.
Ook ziektebeelden als een bepaald type hersenontsteking; de Herpes Simplex Encephalitis, maar ook Alzheimer’s Dementie en het syndroom van Korsakoff worden gekenmerkt door schade aan de hersengebieden die horen bij het expliciete geheugen.
B. Impliciet Geheugen
Het impliciet geheugen is geassocieerd met de hersengebieden (neurale structuren) van de basale ganglia (Afb. 1B1), motorische schors (motor cortex) (Afb. 1B2) en kleine hersenen (cerebellum) Afb. 1B3).
Afb.1B1 Basale ganglia
Afb.1B2 Motorische Schors is rood op dit plaatje:
Afb.1B3 De kleine hersenen / cerebellum
C. Emotionele Geheugen
Het limbische systeem is verantwoordelijk voor het coderen van emotionele herinneringen. Nog specifieker is vooral de amygdala hierbij betrokken.
2. Hersengebieden betrokken bij het Korte Termijn Geheugen
Ook bij het korte termijn geheugen zijn vele hersengebieden betrokken. Het zijn voornamelijk de sensorische gebieden die betrokken zijn bij het doorgeven van informatie, voordat deze doorgaat naar het lange termijn geheugen. Met sensorische gebieden worden de gebieden bedoeld die belangrijk zijn in het waarnemen van informatie vanuit de zintuigen; zicht, gehoor, geur, smaak en tast. (Afb.1B2)
De waarneming gaat via deze sensorische gebieden door middel van herhaling (inprenting) verder naar het lange termijn geheugen, waar de informatie voor langere tijd kan worden opgeslagen. Bij het inprenten van informatie speelt vooral de hippocampus een rol. Na schade aan de hippocampus ontstaan problemen met het inprenten van informatie en het onthouden daarvan (anterograde amnesie).
Bij het korte termijn geheugen zijn meerdere indelingen te maken.
Een indeling van het korte termijn geheugen is de dorsale of ventrale route naar de frontale cortex.
De dorsale route (rugzijde) is voor het kort onthouden van locaties, en loopt via de bovenkant van de zintuiglijke gebieden (sensorische regio’s) in de slaapkwab/ pariëtale kwab naar de frontale hersenschors (frontale cortex). Dat is de groene route op onderstaande afbeelding.(Afb.2)
De ventrale route (buikzijde) is voor het kort onthouden van objecten, en loopt via de onderkant vanuit de sensorische regio’s in de temporaal kwab naar de frontale cortex. Dat is de lila paarse route op onderstaande afbeelding. (Afb.2)
Afb. 2:
Hoe omgaan met korte termijn geheugen problemen?
Het mooiste is als je er als gezin of vriendengroep samen zonder enige afwijzing en met humor over kunt praten.
Iedereen zal willen voorkomen dat diegene met problemen met het korte termijn geheugen zich dom of afgewezen gaat voelen. Corrigeren geeft al gauw een gevoel van falen. Belangrijk is het bieden van ordening en structuur.
Maak het, als dat kan, bespreekbaar en leg uit dat er veel hersengebieden bij betrokken zijn bij het onthouden. Zie deze pagina.
Het zou fijn zijn dat als je iets dubbel vertelt iemand met een vooraf afgesproken handgebaar, jou even attendeert dat je het dubbel vertelt.
Scheelt veel energie.
Voor de familieleden en vrienden: humor maar vooral begrip zijn belangrijk in dit alles. Laat iemand niet afgaan. Zet iemand niet te kijk of corrigeer overdadig. Een kleine hint waar mogelijk is helpend.
Maak er geen misbruik van ;)
Iemand vertelde ons: "het ergste is het feit dat je iemand moet vertrouwen als hij/zij zegt dat dat jou verteld is (paar dagen geleden) en je het zelf totaal niet herinnert. Als je dan gaat denken dat iemand je van alles wijs kan maken omdat jij het niet meer weet dan wordt je super wantrouwig en dat moet je niet willen. Ook dit moet je bespreekbaar maken".
Dit toont eens te meer dat onzekerheid, wantrouwen, faalangst kunnen optreden als neveneffect van een beschadigd geheugen. De omgeving zal daar zeer attent op moeten zijn, om dat niet te versterken.
Lees meer op de pagina geheugenproblemen.
Woordverklaring
Hersengebieden
Neurale gebieden = hersengebieden, hersenstructuren
Sensorische regio's = zintuiglijke gebieden betrokken bij: horen, ruiken, zien, proeven en voelen.
Temporale kwab = slaapkwab Lees meer..
Hippocampus = 'zeepaardje' aan binnenkant slaapkwab van beide hersenhelften. Opslag en ophalen van info, ruimtelijke oriëntatie, lange termijngeheugen
Perirhinale cortex = twee gebieden in de mediale slaapkwab die betrokken zijn bij waarneming en geheugen van het zien (visuele info); de herkenning van omgevingsinfo (Brodmanngebieden 35 en 36)
Ventrale frontale cortex= onderste gebieden van de hersenschors aan de frontale kwab, de voorzijde van het hoofd.
Limbische systeem van het Latijnse woord limbus; rand = groep hersenstructuren in de grote hersenen die betrokken zijn bij emotie, emotioneel geheugen, genot en motivatie. Het bevat de hippocampus, gyrus cinguli, hypothalamus, amygdala, cortex orbitofrontalis en septum pellucidum.
Dorsale route naar frontale kwab = De route van info via bovenkant van het hoofd naar de frontale kwab, voorkant van het hoofd; is voor het kort onthouden van locaties
Ventrale route naar frontale kwab = De route van info via onderkant van het hoofd naar de frontale kwab, voorkant van het hoofd; is voor het kort onthouden van objecten.
Geheugen
Expliciete geheugen = bewuste geheugen: feitenkennis /declaratieve geheugen
Impliciete geheugen = onbewuste geheugen: vaardigheden, gewoonten, en aangeleerde reacties
Emotionele geheugen = gevoel dat bij je herinnering op komt
Episodisch geheugen =autobiografische herinneringen, levensverhaal
Korte termijn geheugen = werkgeheugen
Lange termijn geheugen = geheugen voor langere tijd opgeslagen -levensverhaal, aangeleerde reacties, gewoonten en gedrag, emoties aan lang geleden, vaardigheden
Amnesie = geheugenverlies
Anterograde amnesie = geheugenverlies van nieuwe herinneringen vanaf letsel
Retrograde amnesie = geheugenverlies van oude herinneringen vanaf letsel
Bronnen
Tekst:
Kolb, B., & Whishaw, I. Q. (2009). Fundamentals of Human Neurpsychology. New York, New York:
Worth Publishers.
Devilbiss, David M, Jenison, Rick L. ., Berridge, Craig W. , Stress-Induced Impairment of a Working Memory Task: Role of Spiking Rate and Spiking History Predicted Discharge” in PLoS Computational Biology published 13 Sep 2012 doi: 10.1371/journal.pcbi.1002681
Stress Breaks Loops that Hold Short-Term Memory Together | Neuroscience News http://t.co/AG9873mS
Afbeeldingen:
By lifesciencedb.BrianMSweis at en.wikipedia [CC BY-SA 2.1 jp (http://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.1/jp/deed.en)], from Wikimedia Commons
BodyParts3D, © The Database Center for Life Science licensed under CC Attribution-Share Alike 2.1 Japan.
https://en.wikipedia.org/wiki/Two-streams_hypothesis
http://www.ndcn.ox.ac.uk/divisions/fmrib