Apraxie
Door hersenletsel kan het voorkomen dat iemand niet goed meer alledaagse handelingen doelgericht kan uitvoeren, terwijl een eventuele opdracht wel wordt begrepen. Het komt van de woorden a= geen en praxis = de bewuste controle over de verschillende spieraansturing (motorische programma's) die nodig is om complexe aangeleerde handelingen uit te voeren.
Deze stoornis betreft het doelbewust motorisch gedrag. Het woord motorisch komt van bewegen; denk aan motoriek.
Dit komt niet voort uit verlamming of onhandige coördinatie. Ook niet door het neglect of gezichtsuitval of onwil. Deze handelingen konden vóór het hersenletsel, wèl worden uitgevoerd. Het kan voorkomen iets de éne dag wel beter lukt dan de andere. Het functioneren van iemand met hersenletsel kan fluctueren door verschillende factoren.
Dit onvermogen heet apraxie. Zo lukt het dan niet meer om allerlei heel gewone, alledaagse handelingen bijvoorbeeld bij het verzorgen van zichzelf, uit te voeren.
Grofweg indeling: Niet weten hoe óf niet weten wat
Er kan een stoornis in de planning en volgorde (ideatoire apraxie) zijn, maar er kan ook een stoornis in het hanteren van voorwerpen (ideomotore apraxie) zijn. Iemand weet dus óf niet wát diegene moet doen omdat het idee of het handelingsplan ontbreekt, of diegene weet wel wát er gedaan moet worden maar weet niet hóe het gedaan moet worden, omdat het toepassen van het juiste motorische programma verstoord is.
Moeite met nadoen van beweging:
In sommige gevallen kan iemand een complexe handeling wel imiteren direct nadat hij deze gezien heeft, maar kan vervolgens deze niet uitvoeren op een later tijdstip. Het nadoen kan dus intact zijn terwijl opdrachten of spontane acties niet kunnen worden uitgevoerd.
Verschillende vormen van apraxie
Er zijn twee hoofdtypen apraxie:
Ideatoire ideatorische apraxie
Ideomotore apraxie
Waar zit het letsel?
Apraxie is een motorische stoornis die wordt veroorzaakt door schade aan de hersenen (specifiek de achterste pariëtale cortex of het corpus callosum.
De frontale kwabben zijn belangrijk voor willekeurige bewegingen, expressieve taal en voor het beheren van uitvoerende functies op hoger niveau.
Letsels van de premotorische frontale hersenschors /cortex van beide hersenhelften, de linker (onderin en achterin>) inferieure pariëtale kwab en de hersenbalk /het corpus callosum kunnen apraxie veroorzaken. Apraxie komt vaker voor bij schade aan de linkerhersenhelft dan bij de rechterhersenhelft, en wordt vaak samen gezien met afasie.
o Ideomotore apraxie komt meestal door letsels in de linker, dominante hersenhelft (zowel frontale letsels (+in het voorhoofd) als posterieure pariëtale laesies (=naar achterliggende letsels in de wandkwab).
o Ook tweezijdige (bilaterale) letsels in de linkerhersenhelft kunnen resulteren in ideomotore apraxie.
o Eénzijdige ideomotorische apraxie aan de linkerkant, kan komen door letsel van de hersenbalk /het corpus callosum of van het rechter premotorische gebied
o Letsels in de prefrontale en premotorische cortex en de linker inferieure pariëtale kwab kunnen resulteren in ideatoire apraxie.
o.a (Gillen, 2009)
Apraxie na hersenletsel en dementievormen
Apraxie kan voorkomen door een beschadiging aan de hersenen door niet-aangeboren hersenletsel of bij verschillende vormen van demente. Veel voorkomende apraxie bij mensen met dementie is de ideatoire- en ideomotorische apraxie.
Bij de ziekte van Alzheimer kunnen verschillende vormen van apraxie in alle fasen van de ziekte voorkomen: ideatoire, ideomotorische, constructieve apraxie (in een vroeg stadium) en buccofaciale en gangapraxie (in een laat stadium).
Frontotemporale dementie vertoonde buccofaciale en gangapraxie laat in de ziekte.
Corticalebasale degeneratie vertoont limb kinetischeapraxie.
Lewy-body dementie vertoont meer agnosie en minder apraxie. Agnosie is het onvermogen om dingen (beelden, geluiden, geuren) te herkennen, die via de zintuigen (ogen, oren, neus, mond, tast) waargenomen worden.
Filmpjes over ideatoire apraxie
Filmpje over René met apraxie én afasie. Hij vertelt in de 4e minuut over zijn problemen met apraxie: ↓ hieronder
Apraxie samen met afasie
Vaak komt apraxie tegelijk voor bij afasie. Diegenen die alleen afasie hebben zijn in staat om nog een relatief normaal leven te leiden, maar komt daarbij een aanzienlijke apraxie dan is iemand bijna altijd afhankelijk.
Tips bij als iemand een handeling niet goed kan uitvoeren
- Het kan soms helpen voor de persoon met apraxie als de handeling in deel handelingen wordt opgesplitst of als handelingen worden vereenvoudigd.
- Het kan helpen om concrete aanwijzingen te geven tijdens het uitvoeren van een handeling. Iemand kan gebaat zijn als alles in de juiste volgorde wordt klaargelegd of als er plaatjes worden gebruikt of pictogrammen in de vorm van een stappenplan. Een duidelijke indeling bij (moeilijke) taken, bijvoorbeeld door er van tevoren over na te denken en de taak in stappen in te delen.
- Belangrijk is om geduld en begrip te hebben en iemand de tijd te geven. Ook moet men aansluiten bij de opgebouwde (levens-)gewoontes van de persoon met apraxie.
- Breng een vast patroon of ritme aan bij de indeling van de dag en de week. Een dagactiviteitenschema is een hulpmiddel bij het aanbrengen van de structuur in de dag. Op deze wijze hoeft men ook minder keuzes te maken.
- Geef de persoon taken te doen die hij / zij nog wel kan doen.
Ondersteuningsmanieren en voorbeelden:
Vragen om een activiteit uit te voeren:
Op het moment dat uw partner/naaste voor de wastafel zit om te wassen, vraagt u of hij/zij het bovenlichaam wil wassen. Op deze manier helpt u bij het opstarten.
Vragen stellen over de handeling:
Als uw partner/naaste geen aanstalten maakt om te beginnen, vraagt u: "wat heb je nodig?".
De vraag verduidelijken door middel van gebaren:
Het maken van een was beweging.
De activiteit samen beginnen:
Samen de kraan open zetten door de hand van uw partner/naaste te pakken en te begeleiden naar de kraan.
Plaatjes laten zien van de activiteit:
Als u samen koffie gaat zetten, bekijk dan eerst de plaatjes van koffie zetten.
Voorwerpen die nodig zijn klaarleggen, eventueel in de juiste volgorde:
De koffie, de filter klaarzetten of koffie cups van specifieke koffiezetters.
De voorwerpen aanwijzen:
Bij het aankleden kunt u de kledingstukken aanwijzen.
De voorwerpen aangeven:
Bij het aankleden kunt u de kledingstukken aangeven.
Telkens zeggen wat er vervolgens gedaan moet worden:
Bij het aantrekken van een blouse zegt u: pak de blouse, open de knopen, doe de arm in de mouw, et cetera.
Aan elkaar laten weten hoe de activiteit is verlopen:
Bespreek zowel de deelhandelingen die goed verliepen als de deelhandelingen die problemen opleverden.
Bronnen:
Hugo Liepman Heilman en Rothi, model van apraxie, ergotherapie richtlijn voor diagnostiek en behandeling van apraxie bij CVA-clienten, neuropsychologische behandeling.nl, hersenstichting nederland, slotervaartziekenhuis behandeling na een beroerte, btsg bibliotheek innovatie in ouderenzorg, St Lievensziekenhuis neurologie, Zorgtraject OVL, Logopedie.nl, Apraxie.org, Slingeland ziekenhuis ergotherape, M.T. Banich (2004). Cognitive Neuroscience and Neuropsychology. 2e editie. Houghton Mifflin Cie en J.B.M. Kuks, J.W. Snoek, H.J.G.H. Oosterhuis. Klinische Neurologie 15e druk, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 2003, ISBN 90-313-4028-6 National Aphasia Association, NIH/National Institute of Neurological Disorders and Stroke, Adams, Principles of neurology Nadeau, Stephen E. (2007). Gait Apraxia: Further Clues to Localization. https://doi.org/10.1159/000104714 https://www.ntvg.nl/artikelen/loopstoornissen-door-neurologische-aandoeningen
Chandra, S. R., Issac, T. G., Abbas, M.M. (2015). Apraxias in Neurodegenerative Dementias. Indian Journal of Psychological Medicine, Jan.-March, 37(1): 42-47. Retrieved from http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4341309/. Accessed on August 22, 2016.
https://medlineplus.gov/ency/article/007472.htm
Hersenletsel-uitleg.nl