Letsel in het cerebellum / in de kleine hersenen
Woord vooraf: Het brein werkt als één geheel samen. Hersenfuncties lopen verspreid door de hersengebieden en komen voort uit de uitwisseling tussen de gebieden. Toch zijn er wel klachten aan te wijzen per hersengebied.
Inleiding
De kleine hersenen (Cerebellum) zijn gelegen op de basis van de schedel onder de grote hersenen en achter de hersenstam, meer naar de achterkant van de hersenen. Hoewel de kleine hersenen kleiner zijn dan de grote hersenen bevatten ze 70-80 % meer hersencellen (neuronen) dan de grote hersenen. Dat komt door de vele fijne, parallelle groeven (folia) die horizontaal lopen. Uit onderzoek blijkt steeds meer dat de kleine hersenen enorm belangrijk zijn.
Beschadiging van de kleine hersenen door:
Traumatisch hersenletsel: De kleine hersenen zijn, in vergelijking met de frontale en temporale kwabben en de hersenstam, relatief goed beschermd tegen trauma.
Herseninfarct:
Van alle herseninfarcten (ischemische beroerte) is ongeveer 3,4% een cerebellair infarct. Cerebellair betekent: het betreft de kleine hersenen. 50% van de patiënten heeft gelijktijdig een hersenstaminfarct gehad.
Hersenbloeding:
Van alle intracraniële bloedingen is ongeveer 10% een cerebellaire bloeding.
Bij beide types beroerte (infarct en bloeding) is de kans aanwezig dat de hersenstam in de knel komt, waar autonome functies geregeld worden.
Atrofie (krimpen) van de kleine hersenen: Als de kleine hersenen door een aandoening steeds kleiner worden /krimpen, valt dat onder de ziekte MSA-C. MSA is de afkorting van Meervoudige Systeem Atrofie of Multi Systeem Atrofie.
Deze ziekte wordt ook wel aangeduid met de term OPCA (Olivo Ponto Cerebellaire Atrofie). Hierbij raken de olijfkern in het verlengde merg (Olivo), de kleine hersenen (Cerebellum) en een stuk van de hersenstam, de pons, (Ponto) aangedaan en nemen in volume af (krimpen).
We hebben over MSA een eigen pagina geschreven.
De linkerzijde van de kleine hersenen/ cerebellum controleert de linker lichaamshelft, en omgekeerd controleert de rechterzijde de rechter lichaamshelft. Dat heet ipsilateraal.
Functie van de kleine hersenen
De kleine hersenen zijn betrokken bij de coördinatie van bewegingen, balans, evenwicht en spierspanning. Ze integreren tast- en diepe gevoelsprikkels. Ze zijn ook betrokken bij een groot aantal cognitieve, taalkundige en emoties /gevoels- functies, waaronder een soort van kwaliteitscontrole over wat we denken. De kleine hersenen sturen de grote hersenen aan en zorgen voor de finetuning daarvan. Ze zorgen er voor dat we soepel kunnen denken.*
Samenvatting functies van kleine hersenen:
- Coördinatie van beweging, balans en evenwicht.
- Geheugen voor reflexmatige motorische handelingen / Regulatie van reflexen.
- Oogmotoriek.
- Cognitieve, taalkundige- en emotionele processen, waaronder onthouden.
- Kwaliteitscontrole over het eigen denken. Het voorziet de andere hersengebieden van bepaalde voorspellingen van optimaal gedrag.
- Gedragsregulatie.
- Finetuning van processen van de grote hersenen.
- Proces van kennis verwerven door waarneming en het verwerken hiervan door het denken (met name het achterste deel van de kleine hersenen).
Waargenomen problemen bij letsel:
In hoeverre cerebellaire beschadigingen tot problemen leiden hangt van veel dingen af, waaronder de plek van de beschadigingen. Er zijn van mens tot mens, individuele verschillen in de verbindingen tussen de kleine hersenen (cerebellum) en andere delen van het brein.
Afname van de taalfuncties wordt met name verwacht bij letsel in de rechter hersenhelft van de kleine hersenen (rechter cerebellaire hemisfeer).
Verminderde visuospatiële functies wordt met namen verwacht bij letsel in de linker hersenhelft van de kleine hersenen (linker cerebellaire hemisfeer). Het woord visuospatiëel is samengesteld uit de woorden voor zien (visus) en spatiëel (ruimtelijke beleving). Visuospatiële perceptie betreft dus het waarnemen van de kenmerken van wat iemand ziet (van de visuele stimuli) zoals de vorm, de kleur, de grootte positie en vorm).
Problemen met de executieve functies, waaronder het verbaal werkgeheugen, werden gezien beide hemisferen.
De vermis of het "limbisch cerebellum" is betrokken bij het regelen van affectief gedrag. Affectief gedrag is het handelen met gevoelens en emoties. Op dat vlak kunnen zich problemen doen bij letsel in het vermis; dat is het middenstuk.
Voorts:
- Evenwichtsstoornissen / balansproblemen (proprioceptie).
- Coördinatiestoornissen (bijvoorbeeld stuurloze arm).
- Onvermogen om te reiken naar- en grijpen van voorwerpen.
- Verlies van het vermogen om fijne bewegingen te coördineren.
- Wisselend scherp zien of wisselend perspectief zien door verstoorde oogmotoriek.
- Misselijkheid.
- Switchen van de ene naar de andere taak kan moeilijk zijn. Cerebellair Cognitief Affectief syndroom of syndroom van Schmahmann zie link***
- Logisch denken, planning kan verstoord zijn. Cerebellair Cognitief Affectief syndroom of syndroom van Schmahmann zie link***
- Abstract denken kan beschadigd zijn. Cerebellair Cognitief Affectief syndroom (zie link***)
- Werkgeheugen kan beschadigd zijn. Cerebellair Cognitief Affectief syndroom zie link***
-
Kennis verwerven door waarneming en het verwerken hiervan, door het denken, kan beschadigd zijn.
- Visueel ruimtelijke organisatie kan beschadigd zijn evenals de herkenning..
- Spreekvermogen kan beschadigd zijn, onduidelijke spraak.
- Taalproblemen, verlies van hogere taalfuncties:
- Aggramatisme; het formuleren van korte eenvoudige zinnen.
- Het moeizaam herkennen en produceren van intonatie, ritme en klemtoon (dysprosodie). Zie ook deze link.
- Onduidelijke spraak (dysartrie). Onvermogen om woorden correct te articuleren, met onduidelijke woorden of onjuiste frasering.
- Aggramatisme; het formuleren van korte eenvoudige zinnen.
- Verlies van loopvermogen.
- Rompataxie; Moeite met rechtop zitten of staan bij letsel in het vermis (middengedeelte kleine hersenen).
- Duizeligheid.
- Verlies van coördinatie van de motoriek (asynergie).
- Het onvermogen om afstanden te schatten en te bepalen beoordelen wanneer te stoppen (dysmetrie). Dit wordt o.a. getest met de vingertopneusproef.
- Onvermogen om snelle of snel wisselende, tegengestelde bewegingen te maken of het onvermogen om snelle, op elkaar volgende bewegingen uit te voeren (dysdiadochokinesie / adiadochokinesie). Daarvoor is een fijne motoriek nodig. Zie onderaan deze pagina en de filmpjes op deze pagina.
- Opvallend breed gangspoor (ataxie).
- Neiging tot vallen.
- Zwakke spieren (hypotonie).
- Foreign Accent Syndroom (buitenlandsaccentsyndroom).
- Verslavingsgevoeligheid.
- Abnormale oogbewegingen (nystagmus).
Nystagmus; trillende ogen
Letsel in de kleine hersenen wordt ook in verband gebracht met verschillende aandoeningen van de psyche**:
- depressie
- bipolaire stoornis
- schizofrenie
- autisme
- dementie
- verslavingsgevoeligheid
- verstoring in het beloning- en straf circuits; (de (para-)vermis in de kleine hersenen heeft verbindingen met beloning- en strafcircuits)
- persoonlijkheidsveranderingen in allerlei gradaties onder andere botheid, onaangepastheid, ongeremdheid, afgevlakte emoties, ontroostbaar gedrag, kinderlijk gedrag. Dit kan bij sommige mensen na verloop van tijd weer afnemen.
- een syndroom van moeiten in de cognitieve domeinen van uitvoerende functies (executieve functies), ruimtelijke cognitie, gedrag en taal; het Cerebellair Cognitief Affectief syndroom of het syndroom van Schmahmann*** zie de eigen pagina over dit onderwerp en zie de PDF op deze pagina.
De ene mens met schade in een hersengebied/ hersenhelft, heeft misschien één of twee van de opgesomde klachten, de ander heeft er meerdere of in meer of mindere mate. Emotionele veranderingen door lichamelijke oorzaken kunnen soms pijnlijk verwoord aanvoelen worden en 'van binnen uit' door de getroffene ook anders beleefd worden. Lees meer over gevaren opsommingslijst van klachten...
Ataxie
Schade in de kleine hersenen (cerebellair letsel) resulteert in bewegingen die langzaam en ongecoördineerd zijn. Personen met cerebellaire letsels (laesies) hebben de neiging te zwaaien en wankelen bij het lopen.
Dat wordt ook wel ataxie genoemd, letterlijk: wanordelijk bewegen; overmatig, verkeerd gericht of te ver doorschietend. De bewegingen lijken op die van een dronken persoon. De voeten worden verder uit elkaar gezet om niet te vallen, en er is een korte, onregelmatige paslengte. Dat wordt ook wel een breed gangspoor genoemd. Het cerebellum zorgt dus voor de beheersing van de beweging zodat deze gladjes en soepel verlopen.
Rompataxie
Bij letsel in het vermis, in het midden van de kleine hersenen wordt ook een rompataxie gezien. De persoon heeft dan moeite met rechtop zitten of staan.
Halfzijdige ataxie
Als het letsel aan één helft van de kleine hersenen zit (in één cerebellaire hemisfeer) kan dat een halfzijdige ataxie geven; ipsilateraal (aan dezelfde kant als waar het letsel zit).
Diadochokinese (diadokokinese) en dysdiadochokinesie
Het vermogen om snel wisselende of tegengestelde bewegingen te maken kan afgenomen zijn bij letsels in de kleine hersenen (cerebellum) Dat vermogen heet diadochonese. Het onvermogen wordt dan dysdiachokinese genoemd.
Vaak wordt iemand gevraagd om de hand vijf keer snel naar binnen te draaien (proneren) en vervolgens weer snel terug te draaien (supineren). Die tegenovergestelde beweging, met handpalmen die naar achteren gedraaid staan naar voren draaien, is supinatie.
Bij gezonde mensen zie je dat die bewegingen snel uitgevoerd kunnen worden.
Opbouw
De kleine hersenen bestaan uit twee helften (hemisferen) die aan elkaar vast zitten, via een middenstuk; het vermis (vermis cerebelli).
Elk gebied van de kleine hersenen heeft een specifieke taak:
- Het vermis (of paleocerebellum) is betrokken bij het houden van het postuur; romp, hoofd- en oogbewegingen. Het vermis krijgt visuele informatie en informatie vanuit het evenwichtsorgaan en de propioceptie (positiezin).
- De intermediale hemisfeer is betrokken bij de spierspanning (tonus) en de coördinatie van bewegingen van armen en benen.
- De vermis en intermediale hemisfeer vormen samen het spinocerebellum, dat in verbinding staat met hersengebieden dat de emoties en motivatie regelt.
- Het cerebrocerebellum (of neocerebellum) is betrokken bij hogere cognitieve functies, bij motorisch leren en bij de coördinatie van bewegingen van armen en benen.
- Het vestibullocerebellum (of lobus flocculonodularis) is betrokken bij het de oriëntatie in de ruimte en bij het coördineren van oog-, hoofd- en nekbewegingen, balans en houding. Het is nauw verbonden met de vestibulaire kernen. Het krijgt informatie van het evenwichtsorgaan.
Anatomische indeling van de kleine hersenen
Op onderstaande afbeelding staan Engelse termen.
Anterior lobe = anterieure kwab / voorliggende kwab
Posteriore lobe = posterieure kwab /achterliggende kwab
Hemisfeer = hersenhelft. Letterlijk betekent het 'halve bol'.
Fissuur = groeve
In oudere anatomie boeken werd niet zozeer naar functie gekeken, maar naar opbouw. Zodoende werd het lichtgele gebied het paleocerebellum genoemd. Het lichtgroene gedeelte werd het neocerebellum genoemd en het grijze gedeelte het archicerebellum (de flocculonodulaire kwab).
info picture see footnotes
Bloedtoevoer van de kleine hersenen
De wervelslagaders (vertebrale slagaders) voorzien het bovenste deel van het ruggenmerg, de hersenstam, de kleine hersenen (het cerebellum) en het achterste deel van de hersenen van bloed.
De twee wervelslagaders vormen samen de basilaire slagader. De vertakkingen zijn:
- Bovenste cerebellaire slagader (SCA of ACS) / Arteria cerebelli superior (ACS)
- Voorste inferieure cerebellaire slagader (AICA) / Arteria cerebellaris anterior inferior
- Achterste inferieure cerebellaire slagader (PICA) /arteria cerebelli inferior posterior
PDF Downloads :
*De betrokkenheid van het cerebellum in een breed spectrum van cognitieve, linguïstische en affectieve functies, zie PDF hieronder: (signaal 58-2007)
De neurologische gevolgen na het doormaken van een Legionella besmetting met name voor de kleine hersenen (cerebellum)
(Cerebellaire stoornissen door Legionella-pneumonie)
**De rol van het cerebellum in de psychiatrie door Marije van Beilen
en Ed van Zomeren, zie PDF hieronder: (de Psycholoog nr 9-2002:)
*** Cerebellar cognitive affective syndrome (CCAS) door Schmahmann en Sherman (Engelstalig) CCAS wordt ook wel het syndroom van Schmahmann genoemd.
Lees over Bram Bakker, psychiater die na een maandenlange zoektocht zijn klachten herkende als zijnde het Cognitief cerebellair syndroom. Hij had deze klachten op onze website herkend https://joop.bnnvara.nl/opinies/levenslust
Voorts:
en
https://www.trouw.nl/groen/onze-kleine-hersenen-blijken-veel-meer-functies-te-hebben-dan-gedacht-sleutelfuncties
Bekijk een Engelstalig you tube filmpje over Het Cognitief Cerbellair Affectief Syndroom CCAS HIER met dr.Jeremy D. Schmahmann. "Implications for Neuropsychiatry"
Advertentie:
Bronnen:
Amarenco P, Hauw JJ, Hénin D, Duyckaerts C, Roullet E, Laplane D, Gautier JC, Lhermitte F, Buge A, Castaigne P. Les infarctus du territoire de l'artère cérébelleuse postéro-inférieure. Etude clinico-pathologique de 28 cas [Cerebellar infarction in the area of the posterior cerebellar artery. Clinicopathology of 28 cases]. Rev Neurol (Paris). 1989;145(4):277-86. French. PMID: 2660219.
Barrios, M., & Guardia, J. (2001). Relation of the cerebellum with cognitive function: neuroanatomical, clinical and neuroimaging evidence ((PMID:11727244)). Geraadpleegd van https://europepmc.org/abstract/med/11727244
Kraak, M., & Hage, S. (z.d.). Neuropsychiatrie als hersenletsel over het hoofd wordt gezien [Presentatie]. Geraadpleegd op 13 november 2018, van https://www.hersenletselteamutrecht.nl/wp-content/uploads/2018/04/Neuropsychiatrie_ppt_hersenletselnetwerk-Vesalius-Miriam-Kraak-en-Sarah-Hage.pdf?fbclid=IwAR0Sznm3pspNQM9E3dPRQELHm8Au26aGrjJZwtgXVWX1cr3rbbZE_vwG4yI
Marek, S., Siegel, J. S., Gordon, E. M., Raut, R. V., Gratton, C., Newbold, D. J., . . . Dosenbach, N. U. (2018). Spatial and Temporal Organization of the Individual Human Cerebellum. Neuron, . https://doi.org/10.1016/j.neuron.2018.10.010
MCALLISTER, T. W. (2008). Neurobehavioral sequelae of traumatic brain injury: evaluation and management. World Psychiatry, 7(1), 3–10. https://doi.org/10.1002/j.2051-5545.2008.tb00139.x
Palm, J. (2005). Omgaan met Hersenletsel. Assen, Nederland: Van Gorcum.
Schmahmann, J., & Sherman, J. C. (1998). The cerebellar cognitive affective syndrome. Brain, 121(4), 561–579. https://doi.org/10.1093/brain/121.4.561
Venti M. Cerebellar infarcts and hemorrhages. Front Neurol Neurosci. 2012;30:171-5. doi: 10.1159/000333635. Epub 2012 Feb 14. PMID: 22377889.
Yucel, K., Nazarov, A., Taylor, V. H., Macdonald, K., Hall, G. B., & MacQueen, G. M. (2012). Cerebellar vermis volume in major depressive disorder. Brain Structure and Function, 218(4), 851–858. https://doi.org/10.1007/s00429-012-0433-2
cerebellum,” Neuron, doi:10.1016/j.neuron.2018.10.010, 2018
MAASTRO Clinic + ZON-PTC Radiotherapeut-oncoloog Daniëlle Eekers promotieonderzoek:Hersenatlas verlaagt stralingsdosis voor radio- en protonentherapie http://wwww.nazl.nl/actueel/nieuws/hersenatlas-verlaagt-stralingsdosis-voor-radio-en-protonentherapie
De originele uploader van de afbeelding was Nrets op de Engelstalige Wikipedia - Verplaatst vanaf en.wikipedia naar Commons., CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=6548972