Omgaan met een ziekenhuisopname
Inleiding
Een ziekenhuisopname is voor iemand met hersenletsel één van de grootste stressmomenten in het leven.
Bijna iedere persoon met hersenletsel is immers gebaat bij een overzichtelijk en geordend leven. Rust, rustmomenten, regelmaat en voorspelbaarheid en de juiste benadering zijn van groot belang.
Deze randvoorwaarden om goed te kunnen functioneren worden vaak al ruw verstoord als diegene daarbij ziek wordt.
Een ziekenhuisopname bovenóp de ziekte maakt dat iemand met hersenletsel, vaak acuut, minder kan functioneren in het denken, onthouden, spreken, de motoriek, het beheersen van de emoties et cetera.
Er kunnen door de hoeveelheid van prikkels, naast cognitieve en emotionele klachten, zelfs neurolologische klachten ontstaan die weer weg kunnen trekken als de hoeveelheid prikkels drastisch wordt verminderd. Bij de één zullen die tijdelijke klachten langzamer wegtrekken dan bij de ander helaas. (info achter link)
Het kan er ook voor zorgen dat als iemand weer eenmaal thuis is na de opname minder functioneert dan voorheen, los van de ziekte waarvoor diegene is opgenomen. Het herstel van de impact van een ziekenhuisopname kan lang duren.
Tips voor de persoon met hersenletsel
Ieder hersenletsel verschilt. Ieder mens verschilt. Selecteer de tips die jij denkt nodig te hebben.
Deze tips zijn bedoeld bij een ziekenhuisopname bij een reeds bestaand hersenletsel.
- Geef, indien mogelijk, info en uitleg van tevoren aan het ziekenhuis of de behandelend arts over je handicap, je beperkingen en wat anderen moeten weten over jou. Schrijf ze op een papier en geef ze af. Zie de pagina mogelijke gevolgen van een hersenletsel om je te helpen alles te benoemen.
Denk ook aan gezichtsvelduitval, afasie, pijn bij aanrakingen, moeite met licht of achtergrondgeluid. - Twee horen meer dan één; neem tijdens een voorgesprek iemand mee die iets kan noteren. Als je je woorden niet kan bedenken of overprikkeld raakt, kan je immers niet goed onthouden.
- Vraag om een rustig gelegen kamer, liefs een 1-persoonskamer of rustige plek, zodat er zo min mogelijk mensen langs je hoeven te lopen en er zo min mogelijk geluid is.
- Vraag of prikkelreductie mag worden toegepast, en of er op de deur een kaart / notitie gehangen mag worden dat er prikkelreductie wordt toegepast. Dat betekent dat iedereen, rustiger, stiller moet handelen en waar dat kan minder licht zal gebruiken. Het houdt ook in dat er minder mensen bezoek kunnen komen.
Zie de download op deze pagina om zelf uit te printen of om af te geven aan het ziekenhuis, om op de kamerdeur te hangen. - Neem oordoppen, noice canceling koptelefoon mee en oogmasker of verduisterende zonnebril mee.
- Geef aan dat je behoefte hebt aan duidelijke uitleg, het liefst ook op papier. Vraag ook om uitleg hoelang iets kan gaan duren /duurt.
- Geef aan dat je hersenletsel hebt en dat een rustige benadering nodig is. Denk hierbij niet alleen aan het personeel. Vraag dat het personeel ook de andere patiënten attendeert én de bezoekers van die andere patiënten als ze bij jou op de kamer zijn, dat een rustige benadering belangrijk is.
- Als dat niet kan, maak of vraag een 'niet storen' bordje.
- Vraag of de gordijnen dicht mogen als je hinder hebt van het zien van bewegingen, of van andere visuele prikkels.
- Vraag of het licht uit mag of gedimd kan worden. Vaak is het lichtje boven het bed al te schel. Soms helpt het als er indirect licht is, bijvoorbeeld licht aan op het toilet of halletje.
- Vraag of je rechtop zittend vervoerd kan worden naar bijvoorbeeld de operatiekamer. Deze tip geldt voor diegene die draaierig wordt van vervoerd worden.
- Als je narcose gaat krijgen, vraag of je tijdens die voorbereidende handelingen voor de operatie of het licht gedempt mag worden tot je in slaap bent.
- Vraag of ze je op de verkoeverkamer (recoveryruimte) of Intensive Care een geluiddempende koptelefoon op willen zetten als je (nog) slaapt of intensieve zorg nodig hebt.
- Vraag om een rustige, aparte plek na een operatie om bij te komen in de verkoeverkamer (recoveryruimte).
- Neem muziekje (op cd) mee voor tijdens een MRI scan. Een MRI scan maakt veel lawaai. De één vindt het fijn om een muziekje te horen, de andere kan geen muziek erbij verdragen. Dat is heel persoonlijk.
- Vraag of het bezoek aan één kant van jou kan plaatsnemen. Zo hoef je niet steeds naar twee kanten te kijken.
- Vraag of één persoon het bezoek wil coördineren, dat er nooit meer dan 2 mensen tegelijk zijn, en dat er voldoende rust is tussen bezoek. Geef het aan als je het bezoek niet meer aan kan.
- Vraag of het bezoek rustig wil praten en niet teveel vraagt, of informatie wil geven. Rustig bij je zitten kan ook al fijn zijn.
- Vraag het bezoek of de telefoon op stil mag en er niet door elkaar heen gepraat wordt. Als iemand wil bellen doe dat dan op de gang.
- Vraag of het bezoek geen sterke parfums of aftershave op doet, of sterk geurende cadeautjes of bloemen geeft.
- Vraag het bezoek om geen cadeautjes, ballonnen of drukke dingen mee te nemen. Tenzij je dat gaag wil en aankan.
- Vraag het bezoek of ze geen spulletjes op je nachtkastje of bed willen leggen.
- Vraag het bezoek of ze niet op je bed willen gaan zitten.
- Houd ook in het ziekenhuis steeds rekening met PRET:
-
- P : Pauzeren en plannen, R: Rustige omgeving, E: Een ding tegelijk, T: Tempo aanpassen
-
Tips voor het ziekenhuispersoneel
Ieder hersenletsel verschilt. Het is en blijft maatwerk hoe je iemand kan helpen. Overleg en stem af.
- Het centraal stellen van de unieke situatie en persoonlijkheid en het creëren van de juiste randvoorwaarden waardoor iemand optimaal verstandelijk- en fysiek kan functioneren, is essentieel.
- Houdt er rekening mee dat de informatie die langzamer verwerkt kan worden. Vraag één ding tegelijk en wacht op antwoord voordat je de volgende vraag stelt.
- Maak niet te lange zinnen. Zinnen beluisteren kan erg vermoeiend zijn. Geef informatie vriendelijk maar kort, zonder omhaal van woorden en eenduidig voor uitleg.
- Vraag of je spreektempo goed is of dat het iets langzamer of sneller mag.
- Vraag of het prettig is om de uitleg ook op papier te krijgen.
- Wees empathisch in gezichtsuitdrukkingen en rustig stemgeluid. Verbaal vaardige mensen kunnen door veel of snelle info ook cognitief overspoeld raken.
- Bevraag de persoon of er sprake is van prikkelgevoeligheid en welke vormen van overprikkelingen diegene heeft, hoe de uitingsvormen zijn, of iemand lange of korte hersteltijd kent van een enkele overprikkeling, observeer en noteer dit in het zorgplan/ dossier. (Denk aan geluid, geur, patronen zien, lichtinval, bepaald lamplicht, kleuren zien, aanrakingen, bewegingen zien en bewogen worden). De hersteltijd na een overprikkeling varieert per persoon en per ernst van de overprikkeling. Sta eigen slaap- en rusttijden toe. Alleen als iemand het nacht-dagritme verwart zou daarin gestuurd moeten worden.
- In het algemeen geldt dat hoe vermoeider de persoon is, hoe sneller overprikkeling op kan treden.
- Weet dat bij de ergste vormen van overprikkeling neurologische klachten kunnen optreden. Er kunnen enkelvoudige klachten zijn of combinaties van neurovegetatieve, neurologische, cognitieve of emotionele hersenletselklachten. Die klachten kunnen variëren in ernst en tijdsduur. Zie https://www.overprikkeling.com/wat-is-h-zzo/symptomen-hzzo
- Benader ‘overprikkeling als toestandsbeeld’ alsof iemand een zware hersenschudding heeft. Mensen zijn ziek. Dat kan je helpen een professionele houding te vinden. Rustig, vriendelijk, zacht en helpend.
- De hersenen na hersenletsel kunnen vaak nog maar één prikkel tegelijk verwerken. Achtergrondgeluid is daarom meestal funest voor mensen met overprikkeling. Het geluid of de stem dat iemand wil verstaan is één prikkel, en achtergrondgeluid erbíj is te veel.
- Spreek als de persoon dat wil een groen-oranje-rood signaal af. Op de vraag ” hoe gaat het met je?” kunnen mensen met hersenletsel vaak dichtklappen of ze bedenken 1001 dingen die óók belangrijk zijn (tekort aan overzicht). Groen-oranje-rood kan je afspreken bij hoe is de overprikkeling vandaag… en hoe is het met jou vandaag… Spreek samen vooraf door wat de persoon wil dat je (niet) doet bij rood en oranje. Zo help je die persoon door al een plan van aanpak klaar te hebben voor als hij of zij overprikkeld is. (toestandsbeeld).
- In een acute of uitgestelde overprikkeling (toestandsbeeld) beperk je dan tot een minimum aan handelingen die nodig zijn. Veel mensen huilen van vermoeidheid of zijn wat prikkelbaarder. Het is geen onwil maar onvermogen en een teken van overbelasting.
- Gebruik liever geen parfum /aftershave, tenzij de persoon hier geen last van heeft.
- Draag geen drukke prints of felle kleuren in je kleding.
- Laat iemand niet tegen het licht inkijken. Vaak is het lichtje boven het bed al te schel. Soms helpt het als er indirect licht is, bijvoorbeeld licht aan op het toilet of halletje.
- Probeer niet te tikken met je pen of met je ring.
- Als je een keuze moet aanbieden, hou het dan bij twee opties.
- Beperk het bezoek als iemand hinder heeft van prikkels. Attendeer het bezoek op de prikkelreductiemaatregel. Overhandig eventueel een printversie van de 'uitleg prikkelreductie deurkaart' zie onderaan deze pagina bij downloads.
Meer specifieke tips voor ziekenhuispersoneel
Tips voor het bezoek bij prikkelreductie
In samenwerking met het ETZ ziekenhuis folder prikkelreductie op de afdeling neurochirurgie (ETZ, 2019). en hersenletsel-uitleg.nl
Deurkaarten prikkelreductie worden gebruik om medewerkers en familie/naasten te laten weten dat er in de omgeving bewust omgegaan dient te worden met prikkels.
Bijvoorbeeld geluiden van apparatuur, werkzaamheden, activiteiten, gesprekken op de gang etc.
Daarnaast wordt er vaak een stilte zone gecreëerd om meer rust en minder prikkels te creëren in de omgeving van de persoon die rust nodig heeft.
Ook betekent dit dat op de kamer van de patiënt zo min mogelijk prikkels dienen te zijn. Denk aan (achtergrond) geluiden, licht, geur, bewegingen zien en spulletjes zien.
Ook voor de familie/naasten is het belangrijk dat er rekening gehouden wordt met het aanbieden van prikkels. Het betekent niet dat iemand geen bezoek mag ontvangen.
Wel is het belangrijk om het geluid van de telefoon stil te zetten als u aanwezig bent en niet te telefoneren op de kamer.
Daarnaast is het belangrijk om niet onderling met elkaar te praten als u op bezoek bent (met twee personen).
Zorg dat één persoon het bezoek coördineert.
Niet meer dan 2 personen tegelijkertijd op de kamer aanwezig. Wanneer er 2 personen aanwezig zijn: aan één kant van het bed plaatsnemen.
Bied tussen wisseling van bezoek rustmomenten aan.
Als er (jonge) kinderen op bezoek komen is het goed om hen voor te bereiden dat de patiënt anders kan reageren.
Wanneer er kinderen op bezoek komen, probeer hen er dan op te wijzen dat ze rustig moeten zijn en dat ze niet te hard moeten praten. Zorg dat er een extra iemand tijdens het bezoek aanwezig is die indien nodig even met het kind van de kamer af kan gaan.
Verder is het advies om niet zoveel spullen op de kamer te plaatsen; denk hierbij aan bloemen, kaarten, ballonnen en foto’s. Zorg ervoor dat deze spullen opgeruimd zijn. Plak geen kaarten of foto’s op de muren, zorg voor een leeg nachtkastje
Houdt er rekening mee dat de informatie die u uw familielid of naaste geeft soms langzamer verwerkt wordt. Overvraag niet.
Spreek waar mogelijk in korte zinnen.
Stel gesloten vragen. Bij open vragen moet iemand meer nadenken. Nadenken kost energie.
Vraag één ding tegelijk en wacht op antwoord voordat u de volgende vraag stelt.
Belast de patiënt niet met zaken waar hij/zij nu geen invloed op heeft.
Gun iemand rust als die tekenen van vermoeidheid toont. U kunt ook gerust een boek lezen en toch aanwezig zijn.
Rust betekent alleen dat er op dat moment geen eisen gesteld moeten worden aan de patiënt. Dat willen zeggen: niet aanspreken, niet aanraken en stilte op de kamer.
Zorg dat het licht gedimd wordt bijvoorbeeld met de gordijnen of zonwering.
Doe het grote licht uit.
Zorg dat iemand niet in het licht hoeft te kijken.
Het kan zijn dat de persoon waar u bij op bezoek bent de helft ziet van wat een gezond iemand ziet. Check waar u gaat zitten of die persoon u wel ziet of het eten wat neergezet wel ziet of alleen de helft.
Draag niet te sterke parfum, aftershave en geef geen sterk ruikende cadeautjes, bloemen etc.
De verpleegkundige geeft u adviezen om bewust om te gaan met het geven van prikkels.
Downloads die handig zijn bij een ziekenhuisopname
A4 voor op de kamerdeur:
Uitlegkaartjes op creditcard formaat:
Meer uitlegkaartjes gratis te downloaden vanaf https://www.hersenletsel-uitleg.nl/over-ons/downloads