Pragmatische taalstoornis

Door hersenletsel kunnen spraak- en taalstoornissen zoals afasie, spraakapraxie en dysartrie ontstaan. Ook een pragmatische taalstoornis/beperking wordt vaak na hersenletsel gezien. Iemand hóeft dan geen afasie te hebben. 

Pragmatisch betekent gericht op feiten, inspelend op de praktijk, zakelijk. Pragmatisch taalgebruik is wat is het effect dat iemand wil bereiken met die zin. Wat wil je nu eigenlijk zeggen? Wat is de achterliggende communicatieve waarde van een boodschap?

 

Voorbeelden van pragmatische problemen bij hersenletsel zijn:

  • te weinig rekening houden met anderen tijdens een gesprek,
  • alleen op kernwoorden reageren,
  • uitingen te letterlijk opvatten waardoor misverstanden ontstaan,
  • van de hak op de tak springen,
  • teveel praten,
  • geen onderscheid maken tegen wie je praat,
  • herhalen, als in persevereren
  • te precies taalgebruik,
  • in zichzelf praten,
  • moeite met het beginnen van een gesprek, 
  • woordvindingsproblematiek valt officieel onder semantische stoornissen maar er ontstaat een praktisch (pragmatisch) probleem. Mensen gebruiken dan ook vaak:
    • korte zinnen
    • grammaticaal onjuiste zinnen

    Daardoor raakt de verhaalopbouw verstoord. De communicatie  kan stroef worden en dan ontstaat er een pragmatisch probleem.

Pragmatiek is dus het vermogen om taalstructuur onder ander aan te passen aan:

  • de gesprekspartner
  • de context
  • de situatie