Visuele gevolgen van hersenletsel
Tekst staat onder dit
Sub menu:
Geen oogletsel maar hersenletsel
Met de ogen kijk je en met je hersenen zie je. De hersenen en ogen zijn met elkaar verbonden door oogzenuwen.
De hersenen spelen een erg belangrijke rol om alles goed te kunnen zien. Een beschadiging aan het brein, of de zenuwbanen die ernaar toe leiden, kan daarom ook visuele klachten geven.
Ook kunnen er klachten zijn doordat één van de drie specifieke hersenzenuwen de oogspieren niet of niet goed aansturen door het hersenletsel.
Wanneer licht via de ogen binnenkomt, wordt het omgezet in elektrische signalen die naar de hersenen worden gestuurd. Het belangrijkste hersengebied dat hierbij betrokken is, is de visuele cortex, gelegen in de achterhoofdskwab(occipitale kwab). Hier worden de signalen geïnterpreteerd en omgezet in beelden. Daarnaast werken andere hersengebieden, zoals de thalamus en de pariëtale kwab, samen om aspecten zoals beweging, diepte en objectherkenning mogelijk te maken.
Soms kunnen de hersenen na hersenletsel niet goed een beeld maken van wat iemand ziet. De hersenen hebben dan meer moeite en meer tijd nodig om goed te interpreteren of te verwerken wat er gezien wordt.
Als de verwerking van visuele prikkels in de hersenen verminderd of verstoord verloopt, spreekt men van een visuele verwerkingsstoornis.
Bepaalde visus-problemen kunnen ook een gevolg kunnen zijn van evenwichtsuitval, evenwichtsbeschadiging of bepaalde evenwichtsziekten.
Problemen met het zien kunnen leiden tot forse moeheid, hoofdpijn, pijn rondom /in het oog en 'zeeziek of dronken' voelen. Mensen kunnen het gevoel hebben dat de ogen op hol slaan.
Voorbeelden van visuele klachten
-
Dubbelzien of spierzwakte van oogspieren (diplopia) (dubbele beelden, die door de hersenen als afzonderlijk gezien worden, dansen door elkaar).
- Blefarospasme (Griekse woorden ooglid en kramp) of ooglidkramp. Het geeft spontane samentrekkingen van de ooglidspieren waardoor iemand steeds opnieuw moet focussen.
- Geen dieptezicht.
-
Trillende wiebelogen (nystagmus).
-
De helft van het gezichtsveld is uitgevallent (hemianopsie) of voor een kwart (kwadrantopsie), delen zien of alleen aan de randen zien (concentrische beperking) of de onderste helft zien. Linkszijdige hersenschade leidt tot uitval van de rechterhelft van het gezichtsveld, en schade bovenin leidt tot gezichtsvelduitval onderin-gespiegeld dus.
-
Geen kleuren meer zien.
-
Maar één ding tegelijk kunnen zien.
-
Lichtovergevoeligheid, gevoeligheid voor fel licht of zonlicht (photofobia /fotofobie).
-
Wazig, niet duidelijk kunnen zien, ondanks goede brilcorrectie.
- Wisselend scherp zien (denk aan CVI!).
- Refractieafwijking (niet scherp kunnen zien).
- De informatie van het ene oog wordt sneller verwerkt dan van het andere oog.
- Vertraagde informatieverwerking van het visuele systeem. Daardoor kan iemand een boom blijven zien, terwijl de boom allang uit zicht is bijvoorbeeld. Zie bij 'vastzetten beeld' hieronder.
- 'Vastzetten van het beeld'. Bij dat vastzetten is het niet meer mogelijk om een ander beeld te zien, dus je ziet bijvoorbeeld een boom en als je vervolgens verder loopt blijf je die boom zien. Eén ding tegelijk kunnen zien.
- 'Shooting', probleem met de aansturing van de oogspieren. De ogen kunnen soms te ver doorschieten. Bijvoorbeeld bij het lezen van tekst die in kolommen achter elkaar staat, zonder omlijningen. De ogen schieten dan naar de verkeerde plek door.
- Gefragmenteerd zicht door vertraagde informatie verwerking. Soms gaat dit fenomeen vooraf aan letsel bij een verminderde hoeveelheid zuurstof in het bloed.
- Moeite met schatten van afstanden of snelheid, maar ook verkeerd afstand schatten bij het nemen van afstapjes / trap. (denk ook aan CVI!)
- Gestoorde ruimtelijke inschatting (oriëntatie) en bewegen in een ruimte ten opzichte van mensen en voorwerpen.
Het visuospatiaal vermogen heeft te maken met het vermogen om om visuele informatie in relatie tot ruimte te verwerken. Dat betekent herkennen van objecten, ruimtelijke relaties tussen objecten te zien en te begrijpen, zoals het inschatten van afstanden, het herkennen van patronen en het oriënteren en navigeren in een ruimte. Lees meer.
Het visuoconstructief vermogen gaat een stap verder en richt zich op het vermogen om complexe visuele en ruimtelijke informatie te gebruiken om iets te creëren of te reproduceren, zoals het tekenen van een figuur, het bouwen van een model of het oplossen van puzzels. Deze vaardigheden spelen een cruciale rol in het dagelijks leven, van navigeren in een stad tot het uitvoeren van praktische taken. Lees meer. - Het niet herkennen van voorwerpen lees meer...pagina agnosie.
- Het niet kunnen herkennen bekende personen. Geen gezichten /gezichtsuitdrukkingen meer herkennen Lees meer...pagina prosopagnosie.
-
Gestoord visueel geheugen.
- Vlekken in het beeld zien (scotoma) of 'visual snow' alsof er ruis of lichtflitsen in het beeld gezien worden.
- Fixatie disparatieproblemen, waarbij de ogen niet goed samenwerken. Door niet kunnen fixeren kan lezen moeilijk of onmogelijk zijn.
- Convergentie-insufficiëntie waarbij je niet op korte afstand kan kijken omdat de oogspieren niet goed naar de neus draaien.
- Klachten met het zien kunnen tijdelijk verergeren onder invloed van vermoeidheid of warmte zoals warm weer, verhoogde lichaamstemperatuur bijvoorbeeld door een warm bad of lichamelijke inspanning. Dit fenomeen wordt het syndroom van Uhthoff genoemd met klachten als waziger zien, dubbelzien, spierzwakte of tintelingen tot de afkoeling komt. Het komt o.a voor bij mensen met MS door beschadigde oogzenuwen. Hoewel het syndroom van Uhthoff geen blijvende schade veroorzaakt, kan het een grote impact hebben op het dagelijkse leven. Het is belangrijk om triggers te vermijden en te werken aan effectieve koelingstechnieken.
- Lichtovergevoeligheid (photofobia /fotofobie) voor fel licht of voor zonlicht, een onderdeel van visuele overprikkeling.
- Visuele overprikkeling is een gevolg van schade in de hersenen, waarbij iemand zo veel details bewust waarneemt, dat dat gewoon teveel is voor het brein. Het licht kan als te fel worden ervaren. De licht weerkaatsing is zo opvallend aanwezig dat iemand zich daar niet voor kan afsluiten.
Maar ook het zien van letters van tekst die te dicht op elkaar staan of het zien van een beeldscherm, kan binnen zeer korte tijd ziekmakend zijn. Bij visuele overprikkeling kan iemand zo veel details bewust en versterkt waarnemen dat dat gewoon teveel is voor het brein.
Het zien van drukke patronen of kleuren, veelheid aan gezellige spulletjes in huis, of het zien van bewegingen kan eveneens leiden tot visuele overprikkeling. Bij visuele overprikkeling kan iemand ook de balans verliezen.
Het soort klachten dat iemand heeft, is sterk afhankelijk van de plaats van de beschadiging in de hersenen.
Citaat: "Door mijn herseninfarct mis ik een kwart van mijn zicht.
In het begin vulden mijn hersenen dat kwart zelf in en zag ik dus vreemde zaken in mijn linker zichtveld, ook bewoog de volledige linkerkant, terwijl rechts stil bleef (denk aan gezichten, schilderijen, wegen, trottoirs).
Dat verdween na verloop van tijd.
Ik kon destijds ook geen gedrukte tekst lezen (nu gelukkig weer wel).
Mijn zicht blijft troebel alsof ik “mist” in m’n ogen heb.
Hoe verder weg ik kan kijken, hoe duidelijker het wordt".
Praktische gevolgen
De visuele klachten kunnen beperkingen geven bij:
-
lezen, tv kijken, computerwerk
-
in het verkeer, omdat het moeilijker is de weg te vinden
-
herkennen van voorwerpen of gezichten zelfs van bekende personen "Ik herkende zelfs mijn zoon niet". Lees meer..
-
uitvoeren van huishoudelijke taken
-
grijpen van voorwerpen Lees meer.. op pagina agnosie
Welke klachten horen bij welk hersengebied?
Visuele klachten bij hersenletsel kunnen in meerdere gebieden voorkomen afhankelijk van de symptomen:
- Simultaan agnosie in pariëtaalkwab =geel
- Associatieve agnosie meestal in linkerhersenhelft , in occipitaalkwab grens temporaalkwab =groen/rood in het plaatje hieronder:
- Prosopagnosie, geen gezichten meer herkennen, gyrus fusiformis in het plaatje hieronder:
De meeste visuele klachten komen voort na een beschadiging in de occipitaalkwab, zo ook apperceptieve agnosie dat meestal in de rechterhelft van de occipitaalkwab is =rood in het plaatje hieronder:
Oogspieren en 3 specifieke hersenzenuwen

Elk oog heeft zes oogspieren die door verschillende hersenzenuwen (III, IV en VI) worden aangestuurd vanuit de hersenen. Normaal gesproken kan het oog daardoor in alle richtingen draaien.
Naar binnen kijken wordt adductie genoemd. Naar buiten kijken heet abductie. Naar boven kijken heet elevatie en naar onder kijken depressie. Naar binnen draaien heet intorsie. Naar buiten draaien wordt extorsie genoemd.
Wanneer één van deze drie hersenzenuwen minder of geen informatie doorgeeft, werken één of meerdere oogspieren niet goed. Er is dan sprake van een onvermogen om met beide ogen naar een bepaalde kant te kijken; blikverlamming of blikparese. Er kunnen dubbelbeelden en andere klachten ontstaan. Een blikparese kan ook ontstaan bij schade in één van de blikcentra. Dat bespreken we in het hoofdstuk lager op de pagina.
Uitklapmenu:
Blikcentra
De blikcentra zijn gebieden in de hersenen die er voor zorgen dat de ogen gelijktijdig aangestuurd kunnen worden om parallelle (geconjugeerde) bewegingen kunnen maken.
De oogbewegingen kunnen worden onderscheiden in:
- saccaden. Dat zijn de horizontale bewegingen van de ogen om zeer snel te kunnen focussen op iets. Zowel in een reflex als bewust kijken naar iets.
- volgbewegingen. Dat zijn de oogbewegingen om een bewegend voorwerp te kunnen volgen.
Blikcentra in de hersenschors (cortex):

- de prefrontale cortex in het voorhoofd: frontaal blikcentrum, voor het gelijktijdig aansturen van de horizontale oogbewegingen en de bewust gestuurde zoekbewegingen. (Brodmann gebied 8)
- de parietale cortex in de wandbeenkwab (pariëtaalkwab) voor de saccaden.
- de parieto-temporo occipitale cortex (PTO) voor de onbewuste fixatie en volgbewegingen. Daar vindt ook de visueel-ruimtelijke herkenning plaats en het is belangrijk voor de nauwkeurige locatie van wat iemand ziet.
Delen van de blikcentra liggen in zowel in de wandbeenkwab = pariëtaalkwab, slaapkwab= temporaalkwab en achterhoofdskwab = occipitaalkwab, vandaar de afkorting PTO
Blikcentra in de hersenstam:
- middenhersenen (mesencefalon): mesencefaal blikcentrum, voor de verticale oogbewegingen
- brug van varol (pons): pontien blikcentrum voor de horizontale oogbewegingen en het coördineren welke hersenzenuwen aangestuurd worden.
Blik verlamming / blikparese
Als er in de blikcentra een beschadiging is opgetreden door hersenletsel, kunnen de ogen niet gelijktijdig in één richting kijken. Dat wordt een blikverlamming of blikparese genoemd.
- Verticale blikparese = iemand kan niet met beide ogen tegelijkertijd naar beneden / boven kijken. De hersenbeschadiging zit dan in de middenhersenen (mesencefalon).
- Horizontale blikparese = iemand kan niet met beide ogen tegelijkertijd naar opzij kijken. Bij ziekten van de hersenschors van de hersenhelften (corticale blikverlamming) kan een horizontale blikverlamming optreden. De oogspieren zelf zijn onbeschadigd.
Ook bij letsel in de pons kan een horizontale blikverlamming optreden.
Voor meer info volg deze link.
PS Ook door een transsfenoïdale neurochirurgische ingreep bij een hypofyseaandoening kan iemand schade oplopen aan één van deze hersenzenuwen. Bijvoorbeeld bij een Pituitary NeuroEndocrine Tumor (PitNET).
Enkele citaten van mensen met een blikveldparese:
1) Door traumatisch hersenletsel heb ik: dubbelbeelden, vermoeide ogen, korte focus, moeite met bewegende beelden, scheelzien, beperkte visuele belastbaarheid, afwisselen van taken dichtbij en veraf. (Melissa)
2) Door een bacteriële hersenvliesontsteking ging ik dubbelzien. De 6e zenuw bleek aangetast. Mijn rechteroog stond hierdoor naar binnen. Ik heb maanden een oogkapje gedragen en mijn oog is uiteindelijk na ongeveer 6 maanden zelf hersteld. Bij moeheid ga ik wel weer dubbelzien, maar mijn oog staat wonderbaarlijk wel weer recht. (Marike)
3) Na traumatisch hersenletsel kreeg ik last van dubbelzien en kon mijn bril niet verdragen terwijl bij controle van de oogarts mijn bril juist is voor mijn ogen.(Frank)
Blikvelduitval
Het blikveld is wat je kan zien met één oog. Gezichtsveld is alles wat je kan zien als je recht vooruit kijkt met beide ogen.
Met beide ogen zie je meer dan ieder oog afzonderlijk. Een uitval in het gezichtsveld of blikveld is als een dode hoek; een groot deel van het gezichtsveld valt weg.
Dat wordt niet altijd direct opgemerkt, omdat het andere oog kan compenseren.
Zie afbeelding.
Het gezichtsveld bevat aan beide kanten van het hoofd 95 graden zicht. Ieder oog heeft 60 graden zicht.
In de afbeelding hieronder zie je dat het blikveld van het rechteroog in het groen is weergegeven en van het linkeroog in het oranje. Je ziet dat er overlappingen zijn als je recht naar voren kijkt, (vertegenwoordigd door zowel de groene als oranje lijnen).
Daarom wordt uitval in het centrale blikveld, dus recht naar voren kijkend, niet meteen opgemerkt.

Convergentie-insufficiëntie
Wanneer de ogen niet goed naar de neus draaien, is de oorzaak vaak een combinatie van verminderde samenwerking en verminderde werking van de binnenste oogspieren. Je kan dan niet naar het puntje van je neus kijken.
De genoemde oogproblemen noemt men convergentiestoornis of convergentie-insufficiëntie. Het bewegen van de oogspieren naar de neus heet convergentie. Daarmee kan je op korte afstand kijken. Dat is belangrijk voor het werk achter een computer, lezen, schrijven en voor veel dagelijkse taken.
Klachten kunnen zijn:
- hoofdpijn (boven de ogen of op het voorhoofd). De ogen zij sneller vermoeid door ingespannen dichtbij kijken
- dichtbij alles wazig zien
- dichtbij dubbelzien
- bij het lezen bewegende of dansende letters zien.
Hulp?
Het probleem van dubbelzicht waardoor visuele overprikkeling ontstaat, zou mogelijk door een oogarts of door een optometrist met ervaring in functionele neurologie met kennis van NAH teruggebracht kunnen worden, afhankelijk van de klachten.
Bijvoorbeeld door Eye 4 Vision in Ridderkerk. Soms kan een chiropractor met ervaring in functionele neurologie ook hulp bieden bijvoorbeeld Blaauw in Gouda.
Voor overige hulp zijn Bartiméus en Visio de kennisexperts.
Koninklijke Visio aan het woord:
Meer dan 50% van de mensen met NAH heeft een waarnemingsstoornis!
Door de toenemende bewustwording van revalidatiemogelijkheden voor mensen met NAH bij zowel verwijzers als cliënten en hun familie, neemt het aantal aanmeldingen van cliënten met cerebrale visusstoornissen toe bij Koninklijke Visio. Zo geven veel cliënten met NAH dat ze hinder hebben van wazig zien, een verminderd vermogen om contrasten te zien of een veranderde lichtbehoefte en/of lichthinder hebben.
Cliënten krijgen bij Koninklijke Visio een speciaal traject om de waarnemingsstoornissen bij NAH (perceptie maar ook ander klachten zoals lichthinder) beter in kaart te brengen.
Intake
Brengt in kaart waar de problemen liggen op het gebied van activiteiten en participatie. Met daarbij aangevuld een speciale NAH vragenlijst. Dit is een vragenlijst met uitspraken over problemen die met het gezichtsvermogen te maken hebben, of over gevoelens over het gezichtsvermogen.
Visueel Functieonderzoek
Een groot gedeelte van de cliënten met NAH geeft aan dat er hinder is van wazig zien, een verminderd vermogen om contrasten te onderscheiden, stoornis in licht- en /of donkeradaptatie, een veranderde lichtbehoefte en / of lichthinder. Deze klachten kunnen mogelijk (deels) op basis van lagere orde visuele functies geobjectiveerd worden.
Visueel perceptie problematiek onderzoek
Dit brengt in kaart welke beperkingen en hulpvragen de cliënt heeft. Op basis van internationale inzichten is een aantal korte neuropsychologische testen geselecteerd, die met behulp van een laptop op een grote tablet worden aangeboden. De testbatterij heeft als doel te screenen op mogelijke visuele perceptiestoornissen.
Lichthinderklachten
Deze kunnen worden onderzocht in het lichtlaboratorium van Visio.
Behandeling
Een behandeling kan volgen waarin het ook mogelijk is dat er uitgebreider onderzoek noodzakelijk is door bv. de neuropsycholoog of een ergotherapeut van Visio . Een behandeling kan het volgende inhouden:
-
Een ergotherapeut geeft training en advies om de mogelijkheden op het gebied van mobiliteit, huishouden, verlichting, vrije tijd, werk en computergebruik te vergroten. Er is aandacht voor hulpmiddelengebruik gericht op compenseren.
-
Een (neuro)psycholoog leert iemand omgaan met cognitieve beperkingen of geeft therapeutische begeleiding bij depressie.
-
Een maatschappelijk werker helpt een cliënt en zijn naasten met emotionele verwerking.
-
Visio biedt wetenschappelijk onderbouwde kijktrainingen aan voor mensen die als gevolg van hersenletsel ook een visuele beperking hebben gekregen. Bij hemianopsie en/of kwadrantanopsie is het mogelijk om met oogsprongen (saccades) te leren werken. Ook wanneer een cliënt niet in staat blijkt te revalideren, kunnen waardevolle tips en adviezen worden gegeven gericht op het inrichten van diens omgeving, en voor de bejegening door naasten.
Met dank aan Marion Kuper, Koninklijke Visio
Foto hieronder:' test-tablet' om waarnemingsproblematiek te meten.
Filmpjes over visuele gevolgen
Deze pagina is in samenwerking met Koninklijke Viso en Hersenletsel-uitleg.nl gemaakt. Lievenbergziekenhuis neurologie voor de tips.
3D brain data is from Anatomography., CC BY-SA 2.1 JP <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.1/jp/deed.en>, via Wikimedia Commons
Dr. Ben van Cranenburgh , De hiërarchische opbouw van het zenuwstelsel, Bohn Stafleu van Loghum 2020 Gepubliceerd in: Neurowetenschappen