Visuospatieel probleem en visuoconstructief probleem

Het visuospatieel (visuospatiaal) en visuoconstructief vermogen zijn twee belangrijke cognitieve functies voor complexe visueel-ruimtelijke taken en planning.

Visuospatiaal vermogen heeft te maken met het vermogen om om visuele informatie in relatie tot ruimte te verwerken. Dat betekent herkennen van objecten, ruimtelijke relaties tussen objecten te zien en te begrijpen, zoals het inschatten van afstanden, het herkennen van patronen en het oriënteren en navigeren in een ruimte.

Visuoconstructief vermogen gaat een stap verder en richt zich op het vermogen om complexe visuele en ruimtelijke informatie te gebruiken om iets te creëren of te reproduceren, zoals het tekenen van een figuur, het bouwen van een model of het oplossen van puzzels. Deze vaardigheden spelen een cruciale rol in het dagelijks leven, van navigeren in een stad tot het uitvoeren van praktische taken.

Visuoconstructief probleem na hersenletsel

Een visuoconstructief probleem is een veelvoorkomend gevolg van hersenletsel, zoals een beroerte, trauma of neurologische aandoening. Dit probleem houdt in dat iemand moeite heeft met het waarnemen, begrijpen of reproduceren van visuele informatie, zoals het tekenen van een object, het nabouwen van een constructie of het inschatten van afstanden en ruimtelijke relaties.

Taken die eerder vanzelfsprekend waren, zoals het in elkaar zetten van een puzzel of het volgen van een route, kunnen hierdoor uitdagend worden.

Revalidatie, zoals cognitieve therapie, fysiotherapie of ergotherapie, kan helpen bij het verbeteren van visuoconstructieve vaardigheden en het vinden van praktische oplossingen om dagelijkse taken te vergemakkelijken.

Hersengebieden betrokken bij deze problemen

Het visuospatieel en en visuoconstructief vermogen wordt voornamelijk gereguleerd door verschillende hersengebieden in de rechterhersenhelft.
De visouconstructieve problemen ontstaan vaak doordat specifieke hersengebieden, zoals de pariëtale kwab of occipitale kwab (lob), zijn beschadigd. 

De pariëtale kwab of wandbeenkwab, speelt hierbij een cruciale rol, vooral het achterste (posterieure) deel, dat betrokken is bij ruimtelijke oriëntatie en het herkennen van objectlocaties.

Daarnaast speelt de occipitale kwab, of achterhoofdskwab een belangrijke rol bij de primaire verwerking van visuele input.

Ook de temporale kwab of slaapkwab, en met name de verbindingen tussen de occipito-temporale gebieden, de verbindingen tussen de achterhoofdskwab en de slaapkwab, helpt bij het herkennen van vormen en objecten.

Samenwerking met de frontaalkwab, de voorhoofdskwab, specifiek de prefrontale cortex, is essentieel voor complexe visueel-ruimtelijke taken en planning. Deze hersengebieden werken nauw samen om ons in staat te stellen de wereld om ons heen visueel te begrijpen en er interactie mee te hebben.

Wat is Visuospatieel Neglect?

Visuospatieel neglect (VSN), ook wel ruimtelijke verwaarlozing genoemd, is een neurologische aandoening waarbij iemand een deel van zijn of haar visuele of ruimtelijke waarneming lijkt te 'negeren'. Er is geen "aandacht" waarneming voor de aangedane kant en de ruimte eromheen. Deze kant wordt niet waargenomen, niet gevoeld of niet gezien.
Dit gebeurt vaak na hersenschade, zoals een beroerte, en treft meestal één kant van het gezichtsveld, vaak de linkerzijde.

Mensen met visuospatieel neglect kunnen bijvoorbeeld vergeten om de linkerkant van hun bord leeg te eten of botsen tegen objecten aan die zich aan die zijde bevinden. Het is belangrijk om deze aandoening snel te herkennen, zodat therapieën zoals ergotherapie of visuele training kunnen worden ingezet om de symptomen te verminderen en het dagelijks functioneren te verbeteren.


Lees meer over dit gevolg op de speciale pagina over neglect.

Moeite met afstanden inschatten na hersenletsel

Het inschatten van afstanden kan een uitdaging worden na hersenletsel. Dit komt doordat hersenletsel invloed kan hebben op de visuele of cognitieve functies die nodig zijn om diepte en afstand goed waar te nemen.
Vaak ervaren mensen verwarring of onzekerheid bij dagelijkse activiteiten, zoals traplopen, autorijden of zelfs eenvoudige handelingen zoals iets oppakken.
Gelukkig zijn er behandelingen en hulpmiddelen beschikbaar om hiermee om te gaan. Denk aan visuele revalidatie, therapie gericht op ruimtelijk inzicht en praktische aanpassingen in de omgeving.