Hersenletsel door een beroerte / CVA
Op deze pagina geven we uitleg over de verschillende vormen van een beroerte. Ook kan je lezen hoe je een beroerte kan herkennen en wat de gevolgen zijn van een beroerte. Achter elk groen blokje bovenaan de pagina zitten vele subpagina’s. Zo zijn er wel acht pagina’s over de soorten hersenbloedingen en achttien pagina’s over de verschillende herseninfarcten.
Meerdere vormen van beroerte
Een beroerte, ook wel CVA, stroke of attaque genoemd, heeft altijd te maken met een acuut probleem bij de doorbloeding van de hersenen. Dat kan door een hersenbloeding komen of door een herseninfarct.
Van alle beroertes is ongeveer:
- 80% een herseninfarct
- 20% een hersenbloeding
De verzamelnaam CVA, staat voor Cerebro Vasculair Accident, dat een ongeluk in de bloedvaten van de hersenen betekent.
Waarom is een hersenbloeding of herseninfarct zo gevaarlijk?
Zowel bij een herseninfarct als bij een hersenbloeding stroomt er te weinig bloed naar een deel van de hersenen.
Dat gedeelte van de hersenen krijgt te weinig zuurstof en voedingstoffen en kan afsterven. De uitvalverschijnselen zijn vaak hetzelfde, zoals een verlamde arm, scheve mond en moeilijk praten.
Apoplexie (apoplexia cerebri of ictus cerebrale) is een synoniem voor beroerte, meestal wordt dit zo in het buitenland genoemd.
Naarmate er meer hersenweefsel beschadigd is, zijn de gevolgen van een beroerte ernstiger. Een gevolg is vrijwel altijd een halfzijdige verlamming. Schade in de rechterhersenhelft veroorzaakt een linkszijdige verlamming, in de linkerhelft veroorzaakt de schade verlamming aan de rechterzijde van het lichaam.
Waarom is het belangrijk te weten of het om een bloeding gaat of een afgesloten bloedvat?
Het verschil tussen een hersenbloeding en een herseninfarct is vooral van belang voor de snelle behandeling. Bij een herseninfarct kan de arts binnen de eerste vierenhalf uur na het ontstaan van het infarct, proberen antistolling-medicijnen toe te dienen (trombolyse, trombocytenaggregatieremmers of soms anticoagulantia) om het infarct te proberen te verkleinen. Maar deze medicamenten zijn bij een hersenbloeding juist gevaarlijk.
NB! Niet elke patiënt komt in aanmerking voor trombolyse. De neuroloog bepaalt dat direct nadat een herseninfarct is vastgesteld op basis van verschillende onderzoeken. Een van de belangrijkste voorwaarden is dat de beroerte echt niet langer geleden is dan 4,5 uur.
Bij een geknapt hersenbloedvat, aneurysma, kan soms een operatieve ingreep helpen.
(Hemorragisch CVA)
Dit is een beroerte die veroorzaakt wordt doordat een bloedvat in de hersenen scheurt of knapt. Het wordt ook wel intracraniële bloeding of intracerebrale bloeding /hematoom genoemd, d.w.z. een bloeding in de hersenbloedvaten binnenin de schedel. Omdat een deel van het achterliggende hersenweefsel niet of onvoldoende doorbloed wordt en daarmee onvoldoende of geen voeding en zuurstof krijgt, kan dit deel afsterven.
Lees door over specifieke onderwerpen: Aneurysma, Dissectie, SAB (subarachnoïdalebloeding /hematoom), MMD, erfelijke CAA /HCHWA-d, CAA, AVM, CCM, epidurale bloeding (epiduraal hematoom), subduraal hematoom, sinustrombose, intraventriculaire hematoom (IVH) in de ventrikels /hersenholtes en DADA2/ADA2 deficiëntie.
(Ischemisch CVA)
Een herseninfarct ontstaat door een onderbreking van de bloedstroom door een hersenslagader (intracraniële slagader).
Het leidt tot een tekort aan zuurstof in het gebied wat dat bloedvat juist zou moeten voorzien van zuurstof. Als zo’n plotselinge onderbreking van de toevoer van voldoende bloed naar de delen van de hersenen ontstaat, kunnen er hersencellen afsterven.
Bij een herseninfarct wordt bijvoorbeeld een bloedvat afgesloten door een bloedpropje, of is er een bloedvat dat ernstig vernauwd is. Daardoor krijgt een deel van de hersenen te weinig of geen zuurstof en kan dat deel afsterven.
Een dichtslibbing van een bloedvat kan de oorzaak zijn, of een bloedpropje (bloedstolsel) door hartritmestoornissen of gebreken aan de hartklep die stolsels laat vormen.
Er zijn meer oorzaken van een herseninfarct: APS, Pica infarct (Wallenberg syndroom), CADASIL en RVCL, corticaal infarct, subcorticaal infarct (zonder schade in de cortex of hersenschors), lacunair infarct (meestal niet door een stolsel veroorzaakt maar door vaatwandproblemen, door bijvoorbeeld hoge bloeddruk waardoor een afsluiting ontstaat door de verdikte vaatwand) en bij een waterscheidingsinfarct door te sterke bloeddrukdaling. Helaas wordt niet altijd de oorzaak gevonden.
Dit is een lichte beroerte door een tijdelijke afsluiting van een bloedvat. TIA = transient ischemic attack, 'voorbijgaande ischemische aanval'. De afsluiting geeft een tekort aan bloed (zuurstof en voeding) in bepaalde hersencellen (ischemie). De gevolgen van een TIA duren niet langer dan 24 uur. Zijn er langduriger klachten dan moet onderzocht worden of er toch niet sprake was van een herseninfarct. Lees meer.
- RIND
De term 'RIND' (Reversible Ischemic Neurological Deficit) vormt een gradatie tussen een TIA en een beroerte /CVA. De term is niet veel meer in gebruik. De symptomen van een RIND zouden volledig verdwijnen, maar hier langer dan 24 uur over doen. Het is bewezen dat een RIND wel degelijk permanent letsel kan veroorzaken.
- Sinustrombose of CVT
In de afvoerende hersenvaten kan een bloedprop of meerdere bloedproppen zitten. Dat wordt ook wel Cerebrale veneuze trombose (CVT) genoemd. Lees meer.
-
Vaatwandproblemen
- Deze problemen ontstaan door cerebrale vasculitis, een ontsteking van de hersenbloedvaten.
- Door een scheuring van de binnenkant van het bloedvat (dissectie) kunnen mensen hersenletsel oplopen. Het betreft meestal de binnenste halsslagader (arteria carotis interna) of de wervelslagader (arteria vertebralis) en de hersenbasisslagader (arteria basilaris).
Laatstgenoemde slagader is verantwoordelijk voor 20 % van de bloedvoorziening van de hersenen en loopt aan de onderkant van de hersenen, de basis. Als de binnenkant van het bloedvat scheurt kan er een 'vals' aneurysma (ballonnetje in de vaatwand) ontstaan. Dat ballonnetje dat zo ontstaat kan het bloedvat dichtdrukken en een infarct tot gevolg hebben.
Risicofactoren voor een vaatwandscheuring: hoge bloeddruk, roken, erfelijke aandoeningen, luchtweginfectie van de bovenste luchtwegen, een ongeluk aan het halsgebied of (erfelijke) bindweefsel of nieraandoeningen. Als zo'n vaatwandscheuring optreedt is het een acute en levensbedreigende situatie.
Hersenbloeding, herseninfarct en TIA, de verschillen:
Bloeding: Er stroomt bloed uit het geknapte bloedvat wat op hersencellen drukt.
Infarct: Er komt geen zuurstof en voeding meer door dit bloedvat
TIA : Het hersengebied krijgt tijdelijk geen zuurstof en voeding, door tijdelijk afgesloten bloedvat.
Achterliggend weefsel wordt niet meer van bloed (zuurstof + voeding) voorzien en sterft af.
Bekijk deze video’s over hersenletsel op You Tube:
Rechter- versus linkerhersenhelft
Schade rechts
Bij een beroerte in de rechterhersenhelft kan men links verlamd zijn (en vice versa) of er vindt krachtsverlies plaats. Dit komt omdat de zenuwbanen kruisen van de rechterkant van het hoofd naar de linkerkant van het lichaam (behalve bij letsel in de kleine hersenen). Er treedt niet altijd een verlamming of spierkrachtverlies op. Schade aan de rechterhersenhelft resulteert vaak in andere, minder direct opvallende stoornissen, die desondanks wel de dagelijkse activiteiten belemmeren.
Letsel links
Wordt de linkerhersenhelft getroffen, dan geeft dit veelal stoornissen in het gebruik van de taal, zowel spreken als begrijpen. Het taal- en spraakcentrum bevindt zich bij rechtshandigen in de linkerhersenhelft. Als er krachtsverlies of een verlamming is, dan is dat in de rechterkant van het lichaam omdat de zenuwbanen kruisen van de linkerhersenhelft naar de rechterkant van het lichaam Dat heet contralateraal = aan de tegenovergestelde zijde. De kruising van zenuwbanen naar het lichaam vindt in het verlengde merg plaats.
Bij letsel in de kleine hersenen vindt uitval aan dezelfde kant plaats van de kleine hersenen als in het lichaam. Dat wordt ipsilateraal genoemd = aan dezelfde kant. Letsel aan de rechterkant van de kleine hersenen zal zorgen voor problemen in de rechterhelft van het lichaam.
Herken snel een beroerte
De 3 meest voorkomende signalen zijn:
- een scheve mond
- verwarde spraak
- een lamme arm
Herken je deze signalen? Noteer het tijdstip. Bel dan direct 112!
Hoe sneller in het ziekenhuis hoe beter.
Door krachtige medicijnen waardoor het bloedstolsel oplost, kan bij een herseninfarct de afsluiting van de slagader in de hersenen in bepaalde gevallen worden opgelost, waardoor de schade beperkt blijft. Dat moet binnen vier en half uur beginnen na de eerste verschijnselen van een beroerte.
Vrouwen vertonen vaker atypische symptomen, zoals desoriëntatie, verwarring en/of bewustzijnsverlies. In geval van twijfel neem het zekere voor het onzekere en bel 112!
Snelle check:
Mond, Spraak, Arm = Beroerte alarm
FAST = Face, Arm, Speech, Time (tijdstip noteren)
PLAT = (laten) Praten, Lachen, Armen beide omhoog, Tong naar buiten
Praten – Is er sprake van een abnormale houding van de mond en vreemd praten?
Stel een simpele vraag, zoals: welke dag van de week is het vandaag? Waar zijn we nu? Let op onduidelijk en verward spreken.
Lachen – Vraag om te lachen en de tanden te laten zien. Hangt de mond scheef, met een mondhoek duidelijk naar beneden?
Armen – Is de houding van de arm abnormaal?
Vraag om de ogen dicht te doen en beide armen recht vooruit te strekken, handpalm naar boven en dat dertig seconden vol te houden. Bij een beroerte zal een van beide armen naar beneden zakken of gaan rondzwalken. Om verwarrend corrigeren tegen te gaan is het belangrijk dat de ogen gesloten blijven.
Tong naar buiten + tijdstip. Vraag of de persoon de tong naar buiten kan steken. Heeft de persoon moeite om dit te doen? Of staat de tong scheef?
Noteer het tijdstip van de beroerte en bel 112.
In het ziekenhuis wil men dit graag weten, omdat de behandeling van een beroerte die zich kort geleden heeft voorgedaan anders is dan van een oudere beroerte.
Alle symptomen: (symptomen verschillen per persoon)
Dit zijn de alarmbellen:
Sommige klachten staan op zichzelf en waren de enige genoemde klacht.
- Plotselinge zwakte of verlamming in de arm, het been of aan één kant van het lichaam; in arm of been. Slapend been. Je arm niet goed kunnen sturen; alsof je arm een eigen leven leidt. Niet meer kunnen schrijven.
- Verdoofd gevoel aan één kant van het lichaam.
- Hangende gezichtshelft; één mondhoek, één ooglid.
- De pupil van dat oog met afhangend ooglid kan heel klein zijn.
- Minder goed zien met één of beide ogen. Verlies van gezichtsvermogen, kleiner wordend gezichtsveld. Donkere vlek in de ooghoek. Plotseling verlies van het zicht in een oog, een hangend oog of dubbelzien. Wegdraaiende ogen.
- Afname van kracht.
- Afname van coördinatie.
- Duizeligheid. Draaiduizeligheid, vaak gepaard gaande met misselijkheid, braken, koorts, hikken of moeilijkheden met slikken. Evenwichtsstoornissen.
- Zeer zware hoofdpijn. Stekende hoofdpijn. Migraine. Het plotseling ontstaan van zeer zware hoofdpijn. Soms is er een gevoel alsof er spelden in het hoofd worden gestoken.
- Bewustzijnsvermindering, bewustzijnsverlies of plotselinge slaperigheid.
- Onduidelijke spraak. Taalproblemen, langzamer of moeizamer spreken.
- Moeite met het begrijpen van gesproken taal.
- Desoriëntatie, verwarring, niet helemaal in het hier en nu zijn.
- Misselijkheid en braken.
- Moeite met slikken of hoesten.
- Zomaar een val, omvallen.
- Sommigen vertonen gedrag alsof ze dronken zijn.
- Emotionele labiliteit.
- Plotselinge slaperigheid en veel willen slapen.
- Moeite met ademhalen.
- Alleen maar een 'knap-je' voelen in het hoofd en weten dat er iets aan de hand is. Dat knapje kan onbeschrijfelijk erg zijn.
- Stijve nek.
- Kin niet meer naar de borst kunnen krijgen.
- Sommige mensen zijn naar huis gestuurd met een diagnose burn-out. Het bleek achteraf een CVA.
De gevolgen van een beroerte / CVA
Lichamelijk
Een halfzijdige verlamming (hemiplegie) of zwakte (hemiparese) in de armen, handen, gezicht, borst, benen of voeten kan leiden tot allerlei problemen.
Vaak is in de beginfase de spierslapte kenmerkend. Later zijn het eerder stoornissen in coördinatie en het spontaan, vaak vervelend samentrekken van spieren (spasmes) of spasticiteit.
Op de pagina lichamelijke gevolgen gaan we uitgebreid in op alle mogelijke lichamelijke gevolgen.
Emotioneel en gedragsmatig
Van depressie tot ongeremde emoties.
Zie voor alle gevolgen de pagina gevolgen op emotie en gedrag.
Cognitief
- Trager denken
- Geheugenzwakte
- Afasie - problemen met taal
- Apraxie - moeite met meervoudige handelingen
- Neglect - linker- of rechterhelft van het lichaam verwaarlozen
- Agnosie – het niet meer herkennen van personen of voorwerpen
De lijst is zo lang dat we daar een specifieke pagina over hebben: "onzichtbare gevolgen van hersenletsel"
Mensen die een beroerte hebben gehad ervaren veel beperkingen. Ook personen die weer herstellen kunnen moeite hebben met weer bewegen.
bron NTvG
De tabel hieronder toont de beperkingen bij CVA patiënten na 1 jaar. Blauw zijn de mensen ouder dan 70 jaar en rood zijn de mensen jonger dan 70 jaar.
112 en info hartlijn
Informatie
Infolijn Hart en Vaten: 0900- 3000 300 ma t/m vrijdag 9.00 - 13.00 uur
Hersenbloedvaten
Op de pagina hersenbloedvaten leggen we alle gevolgen uit per bloedvat dat betrokken is geraakt bij een beroerte/ CVA.
Met een schematisch overzicht van de gevolgen en de stroomgebieden per slagader.
Risicofactoren voor een beroerte
- Leeftijd; vanaf 55 jaar verdubbelt het risico op het krijgen van een herseninfarct met elke tien jaar die voorbijgaan.
- Geslacht; een beroerte komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
- Familiegeschiedenis.
- Eigen voorgeschiedenis. Iemand die eerder een hart- en vaatziekte had, heeft een groter risico.
- Hoge bloeddruk. Een bloeddruk hoger dan 130/80 is een risico. Bespreek dit met de huisarts, of op het CVR spreekuur. (CVR = cardiovasculair risicomanagement)
- Diabetes (suikerziekte).
- Roken en alcoholgebruik.
- Boezemfibrilleren is een veelvoorkomende hartritmestoornis met hartkloppingen, onregelmatige hartslag, meestal snelle hartslag, kortademigheid, vermoeidheid, duizeligheid, flauwvallen druk of pijn op de borst, minder goed kunnen inspannen, of asymptomatisch (geen klachten gevend). Er kan een bloedstolsel in de hartboezem ontstaan. Zo’n bloedstolsel kan losschieten en ergens anders in het lichaam een bloedvat afsluiten, zoals in de hersenen.
- Anticonceptiepil gebruik; "de pil". Niet specifiek voor een hersenbloeding maar wel voor het ontstaan van stolsels in het bloed. Daardoor is er kans op het krijgen van een herseninfarct. Met name geldt dit voor "de derde generatiepil" in combinatie met overgewicht BMI boven de 30), zwangerschap (met name de laatste drie maanden of rond de bevalling.
- Stollingsstoornissen van het bloed.
- Hoog cholesterol gehalte in het bloed. Bloedwaardes boven 200 mg/dL geven kans op slagaderverkalking.
- Overgewicht. Probeer het gewicht daarom op het juiste niveau te houden. Pas het voedsel dat je eet en de voedingsmiddelen die je gebruikt aan je lichaam aan.
- Bepaalde stressverhogende karaktereigenschappen.
- Weinig lichaamsbeweging. Probeer ten minste een half uur per dag te bewegen. Elke kleine oefening helpt.
- Te weinig groente en fruit eten. Eet daarom dagelijks tenminste 200 gram groente (= 250 gram bereidde groente) en 2 stuks fruit en wees voorzichtig met zout.
- Sinds 2020 is een specifiek type beroerte (de sinustrombose) als mogelijke bijwerking in verband gebracht met vaccinatie tegen het coronavirus. (COVID-19)
Specifieke risicofactoren voor een hersenbloeding
Naast de reeds opgesomde risicofactoren zijn er verschillende afwijkingen en factoren die het risico op een hersenbloeding kunnen verhogen.
- Vaatafwijkingen. In de 2e tot 3e zwangerschapsweek kan er iets misgaan in de ontwikkeling van de bloedvaten. Zo kan bijvoorbeeld een arterioveneuze malformatie (AVM) ontstaan. Dat is meestal niet erfelijk.
- Aneurysma in de hersenen. Als in de wand van de slagader een verwijding, een soort uitstulping ontstaat, kan dat gaan groeien en opeens openbarsten. Dat veroorzaakt een bloeding. Vaak komt deze bloeding voor in de ruimte tussen de schedel en de hersenen in de subarachnoïdale ruimte (subarachnoïdale bloeding of SAB).
- Stollingsstoornissen. Dit veroorzaakt geen bloeding maar kan de gevolgen van een hersenbloeding wel groter maken. Zie ook onze pagina zeldzame bloedziekten.
- Cerebrale Amyloid Angiopathie (CAA) Door speciale eiwitophopingen (amyloïd) kunnen bloedvaten minder soepel worden en beschadigen. Bloedingen als gevolg van CAA komen vooral bij ouderen voor. Een erfelijke vorm van CAA is HCHWA-d of de Katwijkse ziekte.
- Gebruik van antistollingsmedicijnen.
Risico verlagen:
Eten en drinken:
- gezond en gevarieerd eten. Eet veel groente en fruit.
- probeer zo min mogelijk zout gebruiken.
- let op je vetconsumptie. Gebruik weinig vet. Beter zijn onverzadigde vetten.
- alcoholgebruik maximaal 1 normaal glas per dag.
Bewegen:
- voldoende bewegen, minimaal een half uur per dag
Gewicht:
- zorg voor een gezond gewicht
Roken en drugs : niet doen.
-
Stress als oorzaak
Aanhoudende stress is een oorzaak van beroerte (CVA), bleek uit studies in het oosten van Finland.
113 beroertes (90 herseninfarcten) kwamen voor in 11,2 jaar follow-up van 2303 mannen. Mannen met verhoogde bovendruk van de bloeddruk (> / = 20 mm Hg) hadden 72% groter risico op een beroerte en 87% groter risico op herseninfarct in vergelijking met mannen die minder snel reageerden op stress. Bovendien hadden laaggeschoolden bijna 3 keer meer kans op een beroerte dan beter opgeleiden. Lees meer.
Hoge bloeddruk verhoogt het risico op een hartinfarct, beroerte of hartfalen. Daarmee is hoge bloeddruk/ hypertensie wereldwijd een van de belangrijkste oorzaken van sterfte of blijvend letsel.
Een onderzoeksteam, onder leiding van wetenschappers van de Universiteit Maastricht (UM), vermoedt dat hoge bloeddruk het gevolg is van een bepaald eiwit (Nox5) dat de bron is voor zogenoemde zuurstofradicalen in de wanden van bloedvaten. Die radicalen verstoren een proces, dat normaal gesproken helpt om vernauwing van de slagaders en trombosevorming te voorkomen. Dit zou binnen enkele jaren met eenvoudige medicijnen op te lossen zijn.
- Zeldzame bloedziekten
Er zijn verschillende bloedziekten of beenmergziekten waarbij het bloed onvoldoende stolt of juist teveel stolt of dat er te weinig bloed wordt aangemaakt. In het eerste geval kan dat leiden tot bloedingen zoals hersenbloedingen en in het tweede geval kan het te snel stollen leiden tot herseninfarcten. Als er te weinig bloed wordt aangemaakt kan dat op den duur ook hersenschade geven. Lees meer op onze speciale pagina over zeldzame bloedziekten.
- Genetische oorzaken
Er zijn meerdere vormen van een herseninfarct of hersenbloeding die een erfelijke component hebben. (*deze info wordt binnenkort uitgebreid)
- ADA2 deficiëntie (DADA2)
- Antifosfolipidensyndroom APS
- CADASIL (Cerebrale autosomaal dominante arteriopathie met subcorticale infarcten en leuko-encefalopathie)
- CARASIL (cerebrale autosomaal recessieve arteriopathie met subcorticale infarcten en leuko-encefalopathie)
- Cerebrotendineuze xanthomatose (CTX)
- Ehlers-Danlos-syndroom (vasculaire EDS)
- Erfelijke CAA ( HCHWA-D)
- Factor V Leiden
- Fibromusculaire dysplasie
- Homocystinurie
- MELAS (Mitochondriale encefalomyopathie, lactaatacidose en beroerte-achtige episodes)
- Moyamoya syndroom
- Reuscelarteritis (temporale arteritis of arteriitis temporalis)
- Sikkelcelziekte (Sickle cell disease; SCD) SikkelcelanemieSyndroom van Marfan
- Syndroom van Rendu-Osler-Weber (Rendu-Osler-Weber syndroom, ROW, teleangiectasia familiaris haemorrhagica, hereditaire hemorrhagische teleangiëctasieën) Bij type 1 zijn er vaker problemen met de longen en hersenen, dan bij type 2.
- Syndroom van Sneddon
- Syndroom van Susac
- Vasculitis
- Vasculopathie geassocieerd met ADA2-mutaties
- Ziekte van Fabry
Mensen met een familiegeschiedenis van een beroerte delen waarschijnlijk ook potentiële factoren.
*meer volgt.
Stil herseninfarct (SCI; silent cerebral infarctions)
Ongeveer 20% van de ogenschijnlijk gezonde mensen boven de zestig jaar, heeft ooit een 'stil', onopgemerkt herseninfarct gehad. Zo'n stil onopgemerkt herseninfarct heet een SCI. SCI staat voor silent cerebral infarctions.
Het kan kleine littekentjes nalaten in de hersenen die per toeval ontdekt worden bij een hersenscan. Het vaakst worden deze kleine littekentjes gezien bij de basale ganglia (52%), andere subcorticale gebieden (onder de hersenschors gelegen hersengebieden) (35%) en corticale gebieden (hersengebieden in de hersenschors) (11%).
Zo'n stil infarct kan een waarschuwing vormen voor een verhoogde kans op een hersenbloeding of herseninfarct (beroerte) en op dementie.
Lees meer over het onderzoek naar SCI.
https://www.barrowneuro.org/centers-programs/stroke/what-we-treat/inherited-stroke-disorders/