Emoties en gedrag
Voorwoord:
De gevolgen van hersenletsel zijn voor iedereen verschillend, afhankelijk van de plaats van beschadiging in de hersenen, de ernst van de beschadiging. Ieder letsel verschilt!
N.B.! Emotionele- en gedragsveranderingen door lichamelijke oorzaken kunnen soms pijnlijk verwoord aanvoelen worden en 'van binnen uit' door de getroffene ook totaal anders beleefd worden. Onderstaande opsomming blijven observaties van buitenaf. Lees meer over het nadeel van opsommingen....
De gevolgen van hersenletsel op het gebied van gedrag en emotie kunnen velerlei zijn en kunnen worden onderverdeeld in psychiatrische stoornissen (bijvoorbeeld depressie, hallucinaties, waanillusies), gedragsproblemen (bijvoorbeeld agressie), persoonlijkheidsveranderingen (bijvoorbeeld meer op zichzelf gericht zijn of milder en zachtmoediger).
In veel gevallen komt het veranderde gedrag niet voort uit onwil maar eerder uit onvermogen.
Verandering op het emotionele vlak
Angst kan opspelen omdat het leven vaak plotseling sterk en
in negatieve zin veranderd is. Dat brengt niet alleen onzekerheid mee. Vaak heeft iemand een levensbedreigende situatie meegemaakt.
Er kunnen ook veranderingen in de emoties zijn door de verwerking of aanvaarding van het hersenletsel.
Er kunnen afgevlakte of juist versterkte heftiger emoties zijn. Iemand kan bijvoorbeeld sneller boos zijn of depressieve gevoelens hebben, een ander kan de emotie niet meer tonen of voelen. Weer een ander lijkt juist een overmatige vrolijkheid te hebben.
Emoties kunnen afgevlakt zijn waardoor mensen het gevoel hebben niet meer volledig te leven. "Het is alsof ik in een roes leef. Mijn emoties gaan niet meer zo diep. Alles is een beetje afgevlakt lijkt wel, zowel verdriet als blijdschap. Dat is erg jammer en schaadt de sociale omgang". Een ander zegt: "Emoties komen minder hard binnen. Waar een ander van in tranen is van ontroering of bij slecht-nieuws-berichten, gebeurt er bij mij niets".
Sommige mensen kunnen niet meer huilen door het hersenletsel. Dat kan een forse belemmering geven in het leven. Mensen kunnen dan wel de emotie voelen maar de tranen die de opluchting kunnen geven aan deze emotie komen niet. Iemand benoemt het zo: "Vaak ben ik 'vol' en denk dan; wat een opluchting zou het zijn als ik nu kan huilen. Maar ik kan het niet meer. Het lijkt wel of de tranen op zijn."
Emoties kunnen daarentegen ook juist meer aan de oppervlakte liggen waardoor de persoon met hersenletsel sneller in tranen geraakt. Dat wil niet altijd zeggen dat diegene verdrietig of somber is, maar een licht gevoelde emotie als medeleven, ontroering, frustratie, moeheid, overprikkeling kan al leiden tot tranen in de ogen. Veel mensen met hersenletsel noemen zich 'emotioneel incontinent'; de tranen rollen gewoon de ogen uit.
Als een emotionele reactie niet in verhouding staat tot de situatie, wordt dit emotionele labiliteit genoemd.
Er zijn zeven oorzaken van huilen na hersenletsel. Lees meer over de verschillen tussen het huilen.
Vriendelijker of milder geworden
Er zijn ook mensen met hersenletsel die juist emotioneel gevoeliger zijn geworden of empathischer, vriendelijker of kwetsbaarder. Het is voor deze mensen pijnlijk te lezen dat er meestal in negatieve zin gesproken wordt over emotie-, karakter en gedragsveranderingen door hersenletsel.
De emoties kunnen versterkt ervaren worden door de versterkte gevoeligheid, waardoor het leven intenser en vermoeiender is.
Ongecontroleerd huilen in huilbuien
Als het huilen of lachen in aanvallen komt en onvrijwillig en oncontroleerbaar komt heet dat dwanghuilen /dwanglachen of Pseudobulbair effect. (PSA) Het is belangrijk dit goed te onderscheiden en te diagnosticeren omdat medicatie hier verlichting in kan brengen. PSA lijkt op een depressie maar iemand heeft niet het verdriet of enorme zwaarmoedigheid zoals bij een depressie. Lees meer..
Overprikkeling van de emoties
In tranen geraken kan komen door vermoeidheid en door zintuiglijke en cognitieve, zelfs emotionele overprikkeling; doordat het brein anders reageert. Weet dat velen zich hiervoor generen, het niet kunnen veranderen. Een enkeling lacht het weg. Vragen waar de tranen voor staan, schept duidelijkheid.
Overbelasting
Vroeger werden mensen met hersenletsel gelabeld als emotioneel 'labiel'. Iemand kan zo intens moe en overbelast zijn door het hersenletsel en kan dan niets anders meer doen dan huilen. Alleen als de vermoeidheid huilbui leidt tot in slaap vallen kan het opluchting geven, anders niet. Vergelijk het hebben van hersenletsel met een oude batterij die te langzaam oplaadt en snel leeg is. Emoties kosten zoveel energie.
NB! huilen door overprikkeling en vermoeidheid huilen kunnen samenvallen.
Onderliggend neurodegeneratief lijden of neuropsychiatrie
Huilen kan een onderliggend degeneratief lijden verhullen van MS, ALS, vasculaire dementie, Alzheimer, Pseudo Bulbair affect of Parkinson.
Als de persoonlijkheid enorm veranderd is en alle emoties vergroot aanwezig lijken, en/of ongepast geuit, kan er gedacht worden aan neuropsychiatrie.
Minder zelfvertrouwen en zich tot last voelen
Mensen met hersenletsel kunnen zich schamen voor wie ze geworden zijn door het letsel en kunnen minder zelfvertrouwen ervaren dan voorheen. Ze kunnen zich tot last voelen.
Weer anderen lijken een verminderd invoelend vermogen te hebben, anderen juist een groter invoelend vermogen en milder zijn. Geen letsel is gelijk aan het andere.
Moodswings
Spanning, emoties, veel prikkels van buitenaf; iets wat net nog leuk was, kan ineens teveel worden en dat hangt samen met vermoeidheid. 'Moodswings', stemmingswisselingen kunnen zomaar optreden. De hersenen krijgen het even niet meer 'bij-elkaar-gedacht'. Verlies van overzicht kan volgen en daarmee soms verlies van zelfbeheersing.
Weersinvloeden
Ook warm weer kan er voor zorgen dat iemand anders in zijn vel steekt en zelfs geïrriteerd kan reageren. Mensen met neurologische aandoeningen kunnen fysiek en in cognitie reageren op zomerse temperaturen. Ook is bekend dat stormweer mensen kan beïnvloeden in het functioneren. Alles gaat moeizamer wat zijn weerslag kan hebben op het gedrag en humeur.
Meer info.
Gedragsmatige veranderingen
Niemand krijgt een handleiding bij het letsel mee; alles wat permanent beschadigd is, zal met vallen en opstaan ontdekt moeten worden. Bijna ieder mens met hersenletsel zal zich proberen terug te vechten naar het 'oude en bekende niveau'. Maar elk letsel brengt schade mee. Welke schade? De schade wordt mettertijd herkenbaar of kan worden geïnventariseerd met bijvoorbeeld een klachtenlijst NAH.
Iemand voelt zich ondertussen wel op de tenen lopen als iets niet meer goed lukt.
Ongemerkt worden dan al wel signalen afgegeven aan de omgeving die iets interpreteert als geïrriteerdheid of stress of op zich zelf gericht zijn.
Pas na verloop van tijd kan de persoon met letsel (of de partner/mantelzorger) doorkrijgen dat hij /zij:
- geen tijdsbesef meer heeft
- geen overzicht meer heeft
- niet goed meer kan plannen
- snelheid niet meer kan inschatten
- impulsief is en de gevolgen niet doordenken kan,
- zichzelf niet meer kan inschatten
- oriëntatie verminderd is, (waar heb ik dit gelegd of waar is nou die straat?) waar iemand nog volkomen intelligent kan zijn.
- de handen vol heeft aan het eigen 'hoofd boven water houden', daardoor minder oog heeft voor de ander. Diegene heeft alle concentratie nodig om zelf overeind te blijven. Het kan dan lijken dat diegene minder empathisch is of egocentrisch en zelf gericht. Maar mensen kunnen ook echt minder empathisch worden door het letsel.
- De persoon met hersenletsel lijkt een ander mens dan voor het letsel; hij, zij is niet meer de oude. De basisstemming kan veranderd zijn.
- Iemand kan na het hersenletsel moeite hebben met balans vinden tussen ontspanning en inspanning.
- Het komt voor dat bij dezelfde persoon de ene dag alles goed gaat en de volgende dag alles tegen lijkt te zitten en alles mislukt.
- De éne mens is chaotischer of heeft geen rem, blijft herhalen en vastzitten in een emotie (persevereren) een ander neemt geen initiatief meer. Er zijn verschillende uitingen van ontremmingen; zie filmpje: "Ze zeggen dat ik zo veranderd ben.."
- Het gedrag kan veranderen door onzichtbare gevolgen van hersenletsel.
- Als iemand verminderd ziekte-inzicht heeft kan dat leiden tot gevaarlijk gedrag of een zelfoverschatting.
- Als iemand niet kan leren van ervaringen of niet kan generaliseren kan dat ook leiden tot overmoedig gedrag.
- Iemand kan zichzelf ook kan onderschatten en niet meer iets durft door te weinig zelfvertrouwen. Onzekerder gedrag kan optreden, doordat door het hersenletsel alles moeizamer gaat.
Helaas kan ook de omgeving de persoon met hersenletsel fors onderschatten of overschatten. Leer de mens kennen!
Verstoorde controle over gedrag
Door het letsel (bijvoorbeeld frontaal letsel) kan er verstoorde controle zijn op eigen gedrag:
- ongeduldig,
- impulsief,
- roekeloos,
- rusteloos,
- gejaagd worden,
- sneller geïrriteerd of agressief,
- geen grenzen ervaren,
- ontremd gedrag in bijvoorbeeld versterkte emotie, eetbuien, geld uitgeven,
- geen grenzen ervaren in het goeddoen,
- zelfredzaamheid kwijt,
- minder /geen initiatief nemen apathisch, passiever gedrag,
- minder empathisch vermogen,
- zich terugtrekken, meer op zichzelf gericht zijn,
- moeilijk op gang komen aan het begin van de dag. Een prikkel van buitenaf, lijkt dan de remedie.
Karaktertrekken kunnen versterken en mensen kunnen veranderen
Ongeveer de helft van de mensen met letsel lijkt een vorm van karakterverandering te hebben.
Karaktertrekken kunnen sterker aanwezig zijn dan voor het letsel maar mensen kunnen ook echt veranderen. Iemand kan 'sociaal onaangepast' of agressief gedrag vertonen. Iemand kan door het letsel veel gaan vloeken of een veranderde vorm van humor hebben.
Anderen kunnen zachter, milder worden.
Het blijft belangrijk om ook te benoemen dat mensen door het letsel zachtmoediger of vriendelijker zijn geworden.
Het merendeel van de websites over hersenletsel benoemt alleen de 'negatieve veranderingen'; dat valt dan bijna onder stigmatisering. Juist omdat slechts de helft van de mensen met letsel veranderingen in karakter toont en daarvan ook een deel ''positiever verandert'.
Negatieve karakterveranderingen lijken dus sterker op te vallen. Dat schept een verontrustend en vertekend beeld van de werkelijkheid en geeft een negatief label aan mensen met hersenletsel.
Iedere karakterverandering is voor de omgeving en de mens met letsel te veel verandering en kan een gemis aan "de oude persoon" kan geven.
Gedragsveranderingen van rechterhersenhelft en frontaalletsel
Over het algemeen geeft letsel in de rechterhersenhelft en in het voorhoofd /
(frontaalsyndroom) meer gedragsverandering en persoonlijkheidsverandering dan in de linkerhersenhelft. Letsel in de linkerhersenhelft geeft daarentegen kans op afasie, wat de communicatie bemoeilijkt en iemand kan frustreren. Bij linkshandige mensen kunnen de functies in de hersenen anders liggen.
- Gedrag dat voortkomt omdat de mens met hersenletsel en diens omgeving nog niet doorheeft waar de valkuilen liggen van het letsel. Iemand heeft bijvoorbeeld geen tijdsbesef meer. Diegene heeft dat nog niet door en zal dan wat gestrest met 'tijd' omgaan; anderen opjagen in tijdsdruk, bang zijn altijd te laat te komen, iets àf willen hebben ongeacht de vermoeidheid. Er komt geen gebruiksaanwijzing mee met het letsel. Iemand moet door de tijd heen doorkrijgen wat er kapot is. Dat kan al fikse irritatie geven bij de omstanders die wel het gedrag observeren maar de reden niet herkennen of invoelen.
- Te veel gedrag waardoor iemand motorisch onrustig is of niet stil kan zitten. Verbaal onrustig zijn en te veel of te luid praten. Iemand kan ontremd zijn bij eten en drinken en daardoor almaar doorgaan of is in seksueel opzicht ontremd.
- Te weinig gedrag met als gevolg initiatiefverlies, apathie, niet op gang kunnen komen of onverschillig zijn. Ook de afwezigheid van emotionele reacties valt hieronder.
- Sociaal onaangepast of onfatsoenlijk gedrag.
- Depressieve of sombere stemming.
- Niet kunnen stoppen met emoties als lachen of huilen; dwanglachen of dwanghuilen.
- Op zichzelf gericht gedrag, egocentriciteit, dat iemand voor het letsel niet vertoonde.
- Afwezigheid van empathie na traumatisch hersenletsel. Dit komt puur door het letsel zelf en de plaats van het letsel in de hersenen. Het is geen onwil. Er wordt een therapie voor ontwikkeld.
- Snelle en onvoorspelbare stemmingswisselingen; emotionele labiliteit.
- Claimend gedrag. Vaak gezien in combinatie met persevereren.
- Veranderd gedrag in intimiteit of seksualiteit.
- Achterdocht bijvoorbeeld als gevolg van een verstoorde geheugenfunctie.
- Geagiteerd gedrag bijvoorbeeld als gevolg van overprikkeling ten gevolge van mentale vermoeidheid (treedt versneld op bij mentale traagheid). Bij overprikkeling is het een uiting van onvermogen, dat er niet gevlucht kan worden voor de drukte of voor de ziekmakende prikkels.
- Agressief zijn in woorden of handelingen of allebei.
- Fysieke agressie bijvoorbeeld wanneer verbale uitingen van frustratie bijvoorbeeld door afasie niet mogelijk zijn.
- Afwezigheid van emotionele reacties, niet te motiveren zijn, lusteloos (apathie).
- Sociaal onaangepast gedrag.
- Ontremd en impulsief gedrag.
- Gedrag en emoties die te verklaren zijn als een invoelbare reactie op het hersenletsel dat overkomen is. Voorwaarde is dat iemand inzicht heeft in de gevolgen van het hersenletsel.
- Gedrag dat kenmerkend is voor het verwerken van verlies van functies, vaardigheden en toekomstperspectief. Het kan gaan om emoties als ontkenning, boosheid, angst, depressie, opstandigheid of juist onverschilligheid. Vaak treden deze emoties pas op aan het einde of na de revalidatie.
Agressief gedrag na hersenletsel is vaak een direct gevolg van schade aan hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor emotie en gedrag, zoals de hippocampus of de frontale kwab.
Is er sprake van agressie? Zorg altijd voor de veiligheid van alle betrokkenen! bepraat het met mensen die je vertrouwt. Ga zo nodig naar een neuropsycholoog met verstand van hersenletsel. MAAK HET BESPREEKBAAR!
Copingstrategieën persoon met hersenletsel en agressie:
- Neem een Time-out. Ga even weg uit de situatie waarin je zo boos werd.
- Ga bij je zelf na wat de agressieve uitbarsting veroorzaakte (Had je pijn? Was je enorm vermoeid? Kostte alles zo ontzettend veel inspanning? Waren er teveel prikkels van geluid of licht? Zocht je naar woorden en kon je je niet goed uiten? Voelde je schaamte om wie je bent? Voelde je je hulpeloos? Machteloos? Teleurgesteld? Tot last? Had je een lage bloedsuiker of voelde je dat je moest plassen? Voelde je je ellendig?
- Bied altijd tóch je excuses aan na afloop of als je tot rust bent gekomen.
- Vertel hoe je je voelde en waardoor het werd veroorzaakt.
- Begrip is altijd essentieel
- Wist je dat een groot deel van emotionele uitbarstingen een gevolg is van schade in specifieke hersengebieden? Dit is niet een excuus maar geeft je wel inzicht waarom het zo werkt. Met die kennis kan je beter om hulp vragen bij een professional.
- Zoek uit waar je nog een betere balans kan vinden tussen belastbaarheid en belasting- rust en inspanning en erken dat mensen met hersenletsel heel snel moe kunnen worden. Het is wetenschappelijk bewezen dat de hersenen sneller moe zijn. (hersenmoeheid /neurofatigue).
- Als je woede voortkomt uit pijn en lichamelijk ongemak vraag eens een arts, fysiotherapeut of ergotherapeut mee te kijken naar jouw situatie.
- Schaam je niet om hulp te zoeken bij agressie. Er zijn verschillende manieren om ermee te leren omgaan (copingstrategieën) Die kan je leren bij een goede hulpverlener met verstand van hersenletsel. Zoals een gedragstherapeut, neuropsycholoog, gedragsneuroloog etc.
Voor de omstanders die te maken krijgen met agressief gedrag
- Veiligheid: Zorg altijd voor de veiligheid van kinderen, volwassenen en huisdieren.
- Trek je terug: Neem een Time-out en vermijd nu de ruziezoekende persoon
- Geef altijd (zo rustig mogelijk) aan waarom je even weggaat en een Time-out neemt.
- Zorg dat je een eigen ruimte hebt om even naar toe te gaan. Jóuw ruimte.
- Als de rust is weergekeerd, probeer dan samen met de persoon met de agressieve ontlading te achterhalen wat het veroorzaakte. Maak het bespreekbaar
- Strategie: Probeer samen manieren te bedenken voor de toekomstige woede hoe dat misschien anders geuit kan worden. Afhankelijk van de oorzaak (emotioneel of lichamelijk ongemak) kan misschien een boksbal gebruikt worden of trekken aan een handdoek, slaan met een handdoek op een sterk voorwerp bijvoorbeeld een stoel.
- Hulp: Vraag om hulp bij een gedragstherapeut, neuropsycholoog, gedragsneuroloog, relatiebemiddelaar specifiek voor hersenletsel etc. Zoek iemand die kennis heeft van hersenletsel.