Prikkelbaarheid / Boos worden
Gedragsveranderingen als agitatie en agressie komen bij 10 tot 40% van de mensen met niet-aangeboren hersenletsel voor.
Agitatie
Agitatie is 'niet-intentioneel' gedrag, waarbij de innerlijke rusteloosheid leidt tot ondoelmatig gedrag, met een sterk repeterend karakter (Verenso, 2008).
Niet intentioneel betekent dat iemand dat niet bewust met een bedoeling doet.
Daarbij wordt onderscheiden:
- motorisch agitatie: continu rondlopen, niet stil kunnen zitten of liggen, rammelen aan deuren, tikken op tafel, alles overhoophalen;
- verbale agitatie: continu praten, mompelen;
- vocale agitatie: jammeren, schreeuwen, roepen, zingen, (stereotype) geluiden maken.
Agressie
Agressie daarentegen is 'intentioneel' van karakter (Verenso, 2008). Intentioneel betekent dat iemand dat bewust en met een bedoeling doet.
Daarbij wordt onderscheiden:
- verbale agressie: schelden, vloeken, beschuldigen, dreigen;
- handelende agressie: slaan, duwen, schoppen, vernielen, met voorwerpen gooien, dreigende gebaren maken, zichzelf beschadigen (automutilatie).
De vraag is of iemand met hersenletsel bewust en intentioneel agressief is...
Agressief gedrag na hersenletsel is vaak een direct gevolg van schade aan hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor emotie en gedrag, zoals de frontale kwab. Die kwab heeft een belangrijke rol bij het het oplossen van problemen, redeneren, en het beheersen van impulsen. De frontale kwab remt bijvoorbeeld de amygdala af, één van de belangrijkste emotiecentra van de hersenen.
Al deze functies van de frontale kwab zijn allemaal nodig om iemands gedrag te reguleren. Wanneer de frontale kwab beschadigd raakt, kan dit gedragsvaardigheden aantasten. Dat kan leiden tot agressief gedrag. Er is grote moeite om ongepast gedrag te beheersen. Vaak wordt dat in combinatie gezien met risicovol gedrag en slechte besluitvorming na hersenletsel. Er zijn meer hersengebieden die in verband worden gebracht met agressie na hersenletsel. Zie onze speciale pagina over agressie na hersenletsel.
Hoewel agressief gedrag onvoorspelbaar lijkt wordt het regelmatig veroorzaakt door emotioneel of fysiek ongemak.
De frustraties van de veranderingen door het hersenletsel kunnen iemand zó onder druk zetten dat een 'explosie' kan volgen.
Iemand kan zich zo onwaardig voelen, zich afhankelijk voelen en geen controle meer over het leven ervaren, sneller een belediging of verwijt bespeuren dat dat al genoeg kan zijn voor een agressieve uitbarsting.
Voorbeelden van lichamelijke ongemakken:
- de intense vermoeidheid (neurofatigue of organische vermoeidheid/ hersenmoeheid), de fysieke moeite die het kost om alleen al jezelf te wassen of aankleden pijn door het hersenletsel in het lichaam, een volle blaas of honger, een lage bloedsuiker, zintuiglijke prikkels als licht, geluid (achtergrondgeluid, omgevingsgeluiden), te drukke omgeving (teveel bezoek?) of wordt er teveel gevergd? Een te warm of te koude omgeving etc.
Voorbeelden van emotionele ongemakken:
- depressieve stemming ten gevolge van het hersenletsel, te hoge (niet haalbare onrealistische) doelen van een revalidatie en/ of herstel, de verwachtingen die niet uitkomen, moeite om hulp te vragen etc.
Wie de meeste triggers kan herkennen en voorkomen is al een heel eind in het helpen leren beheersen van agressie.
Deze tekst is een korte samenvatting van onze speciale pagina over agressie na hersenletsel.
Sneller geprikkeld / boos worden
Een veel gehoorde klacht is dat mensen veel sneller 'geprikkeld' (boos worden) raken. Dit mag niet verward worden met het begrip 'overprikkeling'. Het kan wel bij sommigen een gevolg van overprikkeling zijn, maar kan ook voortkomen uit overbelast zijn, uit frustratie en uit een verminderde remfunctie op de emoties. Het kan ook voortkomen uit een versterkte karaktertrek waar iemand voor het letsel al sneller geagiteerd reageerde.
Het is te vergelijken met een gezond iemand die niet alleen moet multitasken in vijftien taken, maar daarbij ook moet autorijden in dikke mist met 180 km en tegelijkertijd een muziekstuk moet analyseren waar de halve noten en valse noten zitten, en hoeveel driekwartsnoten er in zitten.
Dat is onmogelijk.. die mens zal misschien geagiteerd reageren. Als daarbij de kinderen op de achterbank een vraag stellen over het jaartal dat Karel de Grote stierf...zal het ongeveer vergelijkbaar zijn met iemand met hersenletsel die overbelast is en sneller gefrustreerd... Die mens kan minder hebben en kan sneller opvliegend reageren.
De definitie van prikkelbaarheid is in drie delen op te splitsen:
1) Taalkundig is het het afreageren op prikkels uit de omgeving. In de zin van toenemende irritatie, boosheid tot agressie. Als neuropsychologen en cognitief therapeuten of ergotherapeuten deze term gebruiken, bedoelen ze het gedrag van de persoon die afreageert met boosheid.
2) Medisch is het het kunnen opwekken van energie in zenuwcellen, de irritatie en irritabiliteit van de huid, de darmen, de luchtwegen, de spieren die spiersamentrekkingen kan geven.
Sommige neurologen noemen 'verhoogde prikkelbaarheid van de hersenen' waarmee zij doelen op teveel reageren van de hersenen op gewone stimuli/ signalen met ziek worden. Zoals bij epilepsie, migraine, hersenschudding in de acute fase etc. Vaak gepaard gaan met neurovegetatief disfunctioneren (zoals overgeven, lichtschuw, hoofdpijn etc).
3) Het kan ook emotionele labiliteit betekenen, bijvoorbeeld bij:
- ochtend humeurigheid,
- menstruatie, PMS (Pre menstrueel syndroom),
- in de overgang, na een bevalling,
- bij een rouwperiode,
- bij een depressie,
- burn-out, bij angst,
- Post traumatische stresstoornis (PTSS),
- bij psychiatrische aandoeningen,
- bij een te snelle werking van de schildklier (Hyperthyreoïdie),
- bij het Syndroom van Prader-Willi (genetische afwijking),
- bij baby's met een waterhoofdje (Hydrocefalus),
- bij baby's en peuters met een middenoorontsteking, of andere aandoening,
- bij overmatig cafeïnegebruik,
- bij dementie,
- hypofyseafwijking waardoor iemand extreem veel gaat drinken en veel moet plassen (diabetes insipidus) etc. etc.
Hersenletsel en gedrag
Prikkelbaarheid wordt veel in verband gebracht met kort aan gebonden gedrag bij hersenletselgetroffenen
Dat kan meerdere oorzaken hebben:
- acuut hersenletsel dat nog niet gediagnosticeerd is, bijvoorbeeld bij hersenontsteking hersenvliesontsteking /hersenabces / stofwisselingsziekten/ hersentumor neurodegeneratieve aandoeningen
- frontaalkwab schade
- frontotemporaal degeneratie
- cerebellair affectief syndroom kleine hersenen
- dementie
- neurodegeneratieve aandoeningen
- migraine
- epilepsie
- te volle blaas
- pijn
- omgevingsfactoren/ externe factoren (drukte, zintuiglijke prikkels als licht geluid, omgevingsgeluiden)
- persoonlijkheidsfactoren die voor het letsel al aanwezig waren
- verminderde zelfsturing
- zich moeizaam kunnen uiten in taal afasie, dysartrie en spraakapraxie
- apraxie niet meer weten hoe een handeling uitgevoerd moet worden
- verminderd grenzen kunnen aanvoelen en aangeven
- overbelasting , de mens met hersenletsel is minder belastbaar, neurofatigue
- overvraagd worden door cognitieve problemen:
- vertraagde informatieverwerking
- verminderde geheugenfunctie
- verminderde concentratie
- verminderd waarnemen
- neglect
- agnosie niet herkennen van voorwerpen, geluiden
- prosopagnosie niet herkennen van gezichten
- hemianopsie de helft van het gezichtsveld niet waarnemen
- verminderde taalvaardigheid
- verminderde empathie
- verminderde beslisvaardigheid
- verminderde realiteitszin
- verminderde stressbestendigheid
- veranderde emoties
- verminderde emotiereguliering
- verminderd gedrag van anderen kunnen inschatten
- executief disfunctioneren
- schaamte om het functioneren
- auditieve verwerkingsstoornis
- hyperacusis (teveel horen) en tinnitus (oorsuizen)
- zintuiglijke of cognitieve overprikkeling
© Hersenletsel-uitleg
Prikkelbaar of overprikkeling?
De term prikkelbaarheid wordt helaas te vaak verward met overprikkeling, een neurologische klacht, die ontstaat doordat het brein de veelheid van informatie niet meer kan filteren of prikkels kan remmen (inhibitie).
Er zijn meerdere hersenstructuren betrokken bij het doorgeven en decoderen en filteren van prikkels uit de omgeving en uit het lichaam zelf. Daarnaast zijn de grote hersencellen en tussencellen (interneuronen) en zenuwbanen betrokken en signaalstoffen (neurotransmitters) die prikkels door moeten geven en neurotransmitters die prikkels moeten remmen.
Als deze fine-tuning van de hersenen en neurotransmitters niet voldoende werkt door hersenletsel kan het wel in situaties leiden tot prikkelbaarheid, maar dit gebeurt lang niet bij iedereen met overprikkelingsklachten*. [*bron enquêtes hersenletsel-uitleg en persoonlijke informatie die verstrekt is aan ons] Het is dus geen synoniem. Hoogstens zou je prikkelbaarheid als één van de mogelijke gevolgen kunnen zien bij overprikkeling.
Kort lontje
Er wordt vaak gesproken over 'het korte lontje' bij hersenletsel. Het lijkt daarmee wel of dat synoniem is aan het hebben van hersenletsel. Dat is het niet. Er zijn heel veel mensen met hersenletsel die geen 'kort lontje' hebben. Wij vinden deze term daarom een stigmatiserend label, dat we liever niet willen gebruiken.
Met de term 'het korte lontje' wordt wel de emotionele prikkelbaarheid bedoeld die snel opstapelt, zelfs explosief kan worden bij woede-uitbarstingen. Meestal toch als gevolg van overbelasting in dat moment.
Frustratie kan snel oplopen en als iemand geen time out kan nemen of niet kan aanvoelen dat een time out nodig is, is niet-medicamenteuze interventie een belangrijke eerste stap. Daarnaast is het creëren van een voor de patiënt adequate (prikkelarme) omgeving nodig om agressie overbodig kunnen maken. is Mogelijk met medicamenteuze beïnvloeding van neurotransmittersystemen. Agressie is moeilijk te behandelen maar goed te voorkomen.
Doe een stapje terug en bekijk het eens van een afstandje in rust. Time-out.
Psychomotorische therapie kan wellicht raadzaam zijn.
Psychomotorische therapie is een non verbale therapievorm waarbij het ervaren, oefenen en experimenteren centraal staat. Een veel gehoorde overtuiging van mensen is dat een impulsdoorbraak vanuit het niets komt. De therapie is gebaseerd op de overtuiging dat het oplopen van spanning en emoties voorafgaat aan een impulsdoorbraak. Door hier bewust van te worden kunnen mensen met hersenletsel nog voor hun impulsdoorbraak leren om anders te reageren dan ze zich nu aangeleerd hebben.